• De resolutie is de afmeting van de vierkantjes of rechthoekjes in het raster. Als de resolutie
horizontaal 1 cm en verticaal 2 cm is, dan bestaat het raster uit rechthoekjes van 2 cm
hoog en 1 cm breed.
• Onderverdeling zijn aanvullende punten die langs de zijden van elk rechthoekje of
vierkantje in het raster verschijnen. Objecten kunnen zowel Vangen aan onderverdelingen
als aan hoeken van het raster.
• De grootte van de pixels van het vangbereik bepalen hoe dicht u een object bij een
vangpunt of lijn moet brengen om het er aan te laten vangen.
• De standaardkleur van het raster is lichtgrijs. Om de kleur van de rasterpunten te wijzigen,
ga naar Extra > Opties > LibreOffice > Vormgeving op de Menubalk.
Hulplijnen
Draw heeft hulplijnen om de positie van een object gemakkelijk te kunnen bepalen, met gebruik
van de linialen aan de boven- en linkerzijde van de werkruimte. Om de hulplijnen aan of uit te
zetten, ga naar Extra > Opties > LibreOffice Draw > Weergave op de Menubalk en selecteer de
optie Vanglijnen bij het verplaatsen of ga naar de werkbalk Opties en klik op het pictogram
Helplijnen tijdens het verplaatsen .
Speciale effecten toepassen
Met Draw kunt u veel speciale effecten op objecten en groepen van objecten toepassen. Dit
gedeelte is een introductie van een aantal van deze effecten. Meer informatie over speciale
effecten, is te vinden in hoofdstuk 4 Attributen van objecten wijzigen van de Handleiding voor
Draw.
Om de gereedschappen voor speciale effecten te bereiken, ga naar Beeld > Werkbalken >
Modus (Afbeelding 38). Draaien en Spiegelen kan ook benaderd worden door naar Wijzigen op
de Menubalk te gaan of door met rechts op een object te klikken en het contextmenu te gebruiken.
Een object spiegelen
De snelste en eenvoudigste manier om een object horizontaal of verticaal te spiegelen is als volgt:
1) Klik op een grafisch object en de selectie-handvatten verschijnen.
2) Klik met rechts en kies Spiegelen > Verticaal of Horizontaal of ga naar Wijzigen >
Spiegelen > Verticaal of Horizontaal op de Menubalk en het geselecteerde object zal
naar de tegenovergestelde richting gespiegeld worden.
Het gereedschap Spiegelen op de werkbalk Modus of de werkbalk Tekenen geeft echter een
grotere controle over het proces van spiegelen. Met het gereedschap Spiegelen kunt u de positie
34 | Kennismaken met Draw