2) Kies de gewenste opties uit de beschikbare. Bijvoorbeeld, als de opties in het
dialoogvenster op een rechthoek worden toegepast, wordt het resultaat als in Afbeelding
40.
Vormovergang
Vormovergang transformeert een vorm van een object naar een ander en werkt alleen als er twee
objecten zijn geselecteerd.
1) Selecteer twee objecten met een verschillende vorm.
2) Ga naar Bewerken > Vormovergang op de Menubalk om het dialoogvenster
Vormovergang te openen (Afbeelding 41).
3) Kies de stapgrootte om het aantal vormen tussen de twee objecten te bepalen.
4) Selecteer Vormgevingsattributen om een geleidelijke aanpassing van de lijn- en
vullingseigenschappen tussen de twee objecten toe te passen.
5) Selecteer Zelfde oriëntatie om een vloeiende overgang tussen de twee objecten te krijgen.
6) Klik op OK en het resultaat is een nieuwe groep objecten met het eerste geselecteerde
object als beginobject en het tweede geselecteerde object als eindobject. Bijvoorbeeld, als
36 | Kennismaken met Draw