45
KGL CF 178
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
W Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in
afgemeten porties. Houd bij voorkeur de volgen-
de hoeveelheden per portie aan, om de porties
meteen door en door te laten bevriezen:
- fruit, groente: max. 1 kg,
- vlees: max. 2,5 kg.
W Blancheer groenten na het wassen en afmeten
van de porties door ze 2-3 minuten in kokend
water onder te dompelen en vervolgens snel
onder koud water af te spoelen. Gebruikt u een
stoompan of magnetron, lees dan de bijbeho-
rende gebruiksaanwijzing.
W Voeg geen zout of specerijen toe aan verse
levensmiddelen en te blancheren groente. Voeg
aan overige levensmiddelen slechts weinig zout
en specerijen toe: verschillende specerijen ver-
anderen door het invriezen van smaak.
W Vries geen flessen en pakken met koolzuurhou-
dende dranken in aangezien deze kunnen explo-
deren. Haal flessen die u snel wilt koelen uiterlijk
na één uur al weer uit het apparaat!
W Bewaren: De afzonderlijke laden en koudeplaten
kunnen max. 25 kg levensmiddelen dragen.
W Als u het maximale volume wilt gebruiken, kunt u
de laden eruit nemen en de vriesproducten direct
op de koudeplaten bewaren - het energiever-
bruik stijgt minimaal. Daardoor staat de volledige
inhoud als gebruiksinhoud ter beschikking.
W Laden eruit halen: trek de
lade tot aan de aanslag naar
voren en til hem eruit.
W De luchtspleet tussen de bo-
venkant van de vriesruimte
en de bovenste vriesplaat
moet altijd vrij zijn!
Leg er in geen geval inge-
vroren levensmiddelen in,
ook geen platte verpakkingen. De vrije ruimte
is belangrijk voor een goede luchtcirculatie en
werking van het apparaat.
W Bewaar dezelfde soort levensmiddelen altijd bij
elkaar. Zo voorkomt u dat de deur te lang open
staat en bespaart u energie.
W Houd u aan de voorgeschreven bewaartijden.
W Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levens-
middelen uit het apparaat als u direct nodig hebt.
Verwerk eenmaal ontdooide levensmiddelen zo
snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ont-
dooien:
- in een oven/heteluchtoven;
- in een magnetron;
- bij kamertemperatuur;
- in het koelgedeelte: de warmte die voor het
ontdooien nodig is, wordt aan de overige levens-
middelen onttrokken.
- Reeds enigszins ontdooide platte porties vlees
en vis kunnen heet bereid worden.
- Groenten kunt u direct bereiden, zonder dat u ze
ontdooit (in de helft van de tijd die normaal nodig
is om gaar te worden).
SuperFrost
Met de SuperFrost-functie zorgt u ervoor dat verse
levensmiddelen zo snel mogelijk door en door be-
vriezen, terwijl reeds ingevroren levensmiddelen een
"koudereserve" krijgen. Zo blijven voedingswaarde,
uiterlijk en smaak van de ingevroren levensmiddelen
het beste bewaard.
W Op het typeplaatje (zie afb. A2, 4, onder "In-
vriescapaciteit ... kg/24h") vindt u hoeveel kilo
verse levensmiddelen u binnen 24 uur maximaal
kunt invriezen. De invriescapaciteit is afhankelijk
van het model en de klimaatklasse van uw ap-
paraat.
Invriezen met SuperFrost
W Druk kort op de SuperFrost-toets 4; het contro-
lelampje licht op.
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met
maximale koeling.
W Bij een geringe hoeveelheid in te vriezen levens-
middelen ca. 6 uur voorvriezen - gewoonlijk is
dit lang genoeg. Wacht bij de maximale hoeveel-
heid levensmiddelen, zie het typeplaatje onder
"Invriescapaciteit", ca. 24 uur.
W Daarna de verse levensmiddelen erin leggen, bij
voorkeur in de bovenste laden*.
Vries bij de maximale hoeveelheid de verpakte
levensmiddelen zonder laden in. Leg ze direct op
de koudeplaten en na het invriezen in de laden!
- SuperFrost wordt automatisch uitgeschakeld,
afhankelijk van de ingevroren hoeveelheid (vari-
erend van 30 tot 65 uur). Na het invriezen gaat
het SuperFrost-lampje uit - het apparaat werkt
weer in de normale energiebesparende stand.
Opmerking:
Schakel SuperFrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten
in het apparaat legt;
- bij het invriezen van minder dan 2 kg verse le-
vensmiddelen per dag.
Aanwijzingen voor het
invriezen en bewaren
W De volgende levensmiddelen kunt u invriezen:
vlees, wild, gevogelte, verse vis, groente, fruit,
zuivelproducten, brood, bakkerijproducten, kant-
en-klare maaltijden.
Ongeschikt zijn: kropsla, rammenas, druiven,
hele appels en peren, vet vlees.
W Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diep-
vrieszakjes, voor hergebruik geschikte koelkast-
dozen van kunststof of metaal (bijv. aluminium).
W Breng in te vriezen levensmiddelen nooit in con-
tact met ingevroren levensmiddelen. Leg uitslui-
tend droge verpakkingen in het apparaat zodat
ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
W Schrijf altijd de invriesdatum en inhoud op de
verpakkingen. Houd u aan de maximale houd-
baarheid om kwaliteitsverlies te voorkomen.
5 Vriesgedeelte
SUPER FROST