47
6 Storingen - Problemen?
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levensduur
gegarandeerd is.
Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is
dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de garantie-
termijn - de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing mogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat werkt niet, het display blijft donker.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
- Is het koelgedeelte ingeschakeld?
- Stond de deur langer dan 15 min. open?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder
"Binnenverlichting" beschreven.
De binnenverlichting brandt niet.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaien-
de aggregaat aan het trillen gebracht? Schuif het apparaat
eventueel iets weg, stel het met de stelpoten waterpas, zet
de flessen en verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen) ver-
oorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit
stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder
als het aggregaat wordt ingeschakeld.
Het apparaat geeft een alarmsignaal, de temperatuur is
niet laag genoeg.
Op het display staat
.
- De stroom was uitgevallen. Handel als onder "Indicatie bij
stroomuitval/FrostControl-melding" beschreven.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorza-
ken vaststellen en de storing niet zelf verhelpen of
verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding
"F 0 " tot " F 5" dan is er sprake van een storing.
Neem in dit geval contact op met de dichtstbijzijnde techni-
sche dienst (zie bijgevoegd overzicht). Geef het nummer van
de foutmelding (F1 enz.) door evenals de volgende gegevens
op het typeplaatje: de typeaan-
duiding 1,
het servicenummer 2,
het apparaatnummer 3.
Hierdoor wordt een snelle en
efficiënte service mogelijk. Het
typeplaatje vindt u op de linker
binnenkant van het apparaat.
Laat het apparaat dicht tot de klan-
tendienst komt om een nog groter koudeverlies te vermijden.
- Hebt u er een te grote hoeveelheid verse levensmiddelen
ingelegt zonder SuperFrost? (zie passage "SuperFrost")
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog?
(zie passage "Bepalingen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf
weer wordt bereikt.
Opstelaanwijzing
- Modellen zonder zijwandverwarming niet side-by-side
met een andere koel-/vrieskast plaatsen! Belangrijk
voor het vermijden van condensatiewater en daaruit
resulterende schade.
- Modellen met zijwandverwarming (vb. KGTD) zijn voor
het side-by-side plaatsen gemaakt; ze zijn voor de
combinatie met een andere koel- of vrieskast geconci-
pieerd. Bevestigingsaanwijzingen vindt u in het acces-
soire-zakje.
Model, bruto-inhoud (l) hoogte H
(zie typeplaatje) (mm)
251/252 (26..) 1431
289/291 (30..) 1625
337/339 (35..) 1806
375/378 (39..) 2000
383/385 (40..) 1982
Draairichting deur veranderen
Afb. T
Desgewenst kan de draairichting worden veranderd:
W Open de deur en wip de plint 1 met een schroeven-
draaier los en zwenk hem weg.
- Wip de afdekking 2 met een schroevendraaier los.
Sluit de deur.
- Draai schroef M5 3 eruit.
W Trek de scharnierbasis 4 en de lagerpen 5 er naar
beneden uit, zwenk ze eruit en verwijder ze.
- Open de deur, kantel de onderzijde eruit en til de deur
weg.
- Trek de middelste lagerpen 6 er naar beneden uit.
- Zwenk de bovenste deur eruit en laat hem zakken, let
hierbij op de afstandsring.
W Zet alle lagerdelen naar de andere kant over:
- Draai de bovenste lagerpen 7 eruit en draai hem aan
de andere kant erin. Gebruik het inbusgedeelte van de
steeksleutel (sleutel 5).
- Midden: verwissel de afdekking 8 met het scharnier
bm: schroeven bl eruit, trek de afdekking 8 en het
scharnier bm naar de zijkant los, en schuif ze 180°
gedraaid aan de andere kant terug, trek de lagerbus bn
eruit en zet hem er van boven weer in.
- Onder: met een schroevendraaier het afstandsstuk bo
verwijderen en aan de tegenovergestelde kant monte-
ren.
W Deuren weer monteren:
- Wip de stopjes bp uit de lagerbussen van de deur en
zet ze naar de andere kant over.
- Hang de bovenste deur over de lagerpen 7, let hierbij
op de afstandsring, sluit de deur.
- Schuif de middelste lagerpen 6 van onder door het
scharnier bm in het deurlager. Lijn de deur indien nodig
via de sleufgaten in het scharnier met de behuizing uit.
- Hang de onderst deur erin en sluit hem.
- Draai de scharnierbasis 4 180°, trek de lagerpen 5
eruit en zet hem omgekeerd weer terug. Monteer beide
delen in het scharnier bq: schuif de pen door het schar-
nier in het deurlager, zwenk de scharnierbasis erin,
schuif hem omhoog en monteer hem met de schroef 3
voor.
W Lijn de deur via het sleufgat in het scharnier bq uit ten
Opstel- en ombouwaanwijzingen