5
25. FILL-IN
Druk op de [FILL-IN] knop om een stukje toe te voegen aan het begeleidingsritme van je liedje. De toevoeging die
gespeeld wordt, wordt bepaald door het gekozen begeleidingsritme. Na de vulling wordt het gekozen begeleidingsritme
verder gespeeld. De Fill In functie kan zo vaak als gewenst worden gebruikt.
26. RECORD
Druk op [Rec] om de opnamefunctie in te schakelen, "RECORD" zal op het display verschijnen. In deze functie zullen alle
afgespeelde noten worden opgenomen. Druk op [Play] om de opgenomen notities af te spelen, "PLAY" zal op het display
verschijnen. Wanneer de opslagruimte vol is, zal "REC" op het display verschijnen en zal de opname automatisch
stoppen.
27. PLAY
Drukken om opgenomen noten of ritmes af te spelen.
28. PROGRAM
Druk op [Prog] om de ritmeprogrammeringsfunctie in te schakelen, "PROG" verschijnt op het display en het toetsenpaneel
wordt geactiveerd. In deze modus kun je aangepaste ritmes maken door de corresponderende percussietoets te spelen.
De programmering zal automatisch stoppen wanneer het geheugen vol is. Druk op [Play] om het programmeerritme af te
spelen. Druk op [Start/Stop] of druk nogmaals op [Program] om de programmeerfunctie uit te schakelen. Alle opgenomen
ritmes zullen worden verwijderd.
29. NULL PLAY
Druk op [Null Play] om het bewerkte ritme herhaaldelijk af te spelen. "Play" wordt op het display weergegeven.
30. SUSTAIN
Druk op [Sustain], "SUS" zal op het display verschijnen. Het sustain effect zal worden geactiveerd. Druk op nogmaals op
deze toets, "SUS" verdwijnt weer van het display. Het sustain effect zal worden uitgeschakeld.
31. VIBRATO
Druk op de knop [Vibrato], "VIB" verschijnt op het display. Het vibrato-effect wordt geactiveerd. Druk nogmaals op deze
knop om het vibrato-effect uit te schakelen, "VIB" verdwijnt van het display.
32. SPLIT
Druk op de toets [Split] om de toetsen van het toetsenbord in tweeën te splitsen. Op het display verschijnt "SPLIT". De
klankkleur van de twee delen kan verschillend zijn. Het linker deel behoudt de primaire klankkleur, terwijl het rechter deel
een andere klankkleur kan krijgen. Ondertussen stijgt de toonhoogte van het linker deel met 8 graden, terwijl die van het
rechter deel met 8 graden daalt. Druk nogmaals op de knop [Split] om de functie te stoppen. Deze functie stopt als auto-
akkoord is ingeschakeld.
33. KEYBOARD PERCUSSIES
Dit keyboard biedt verscheidene toetsenbordpercussies. Druk op [Keyboard Percussion] om de toetsen te “veranderen” in
slagwerkinstrumenten. Elke toets vertegenwoordigd één enkel slagwerkinstrument. Druk nogmaals op [Keyboard
Percussion] om de functie uit te schakelen.
34. VOLUMEREGELAAR
Knoppen voor het verhogen en verlagen van het MP3-volume.
35. VORIGE / VOLGENDE
Knoppen om het vorige en volgende nummer te selecteren.
36. AFSPELEN / PAUZEREN
Druk op om het afspelen van MP3 te starten/hervatten of te pauzeren.
37. STOP
Druk op om het afspelen van MP3 te stoppen.
38. CONTINUOUS / RANDOM / SINGLE PLAYBACK
Druk op om een herhaalmodus te selecteren.
39. EFFECT
Druk op om verschillende effecten te selecteren.
40. AKKOORDZONE
Akkoord zone (1e t/m 19e toets van links).
AANSLUITINGEN
41. USB INGANG
Steek een USB stick in deze poort aan de achterkant van het keyboard
voor het afspelen van MP3 muziek. Ondersteunt maximaal 32G.
42. AUDIO INGANG
Schakel het keyboard en het externe audioapparaat naar keuze uit.
Sluit het ene uiteinde van de audiokabel aan op de INPUT-poort op het
achterpaneel van het keyboard en sluit het andere uiteinde aan op de
audiopoort van het apparaat.
43. MICROFOONINGANG
Sluit een microfoon aan op de MIC-poort om te zingen tijdens het
spelen.
44. HOOFDTELEFOON/UITGANG
Bij het aansluiten van een hoofdtelefoon op de deze uitgang worden de
keyboardluidsprekers automatisch uitgeschakeld. U kunt nu spelen
zonder anderen te storen.
45. DC 12V INGANG
Ingang voor het aansluiten van de meegeleverde adapter.