6
AUTO RITME
Ritme selectie
U kunt bij dit keyboard tussen 200 (“000” to “199”) verschillende voorgeprogrammeerde ritmes kiezen. Het ritme is standaard
"000". Druk op [Rhythm], "RHYM" wordt op het display weergegeven. Druk op de numerieke toetsen of de "+"/"-" toetsen om
andere ritmes te selecteren.
Ritme controle
1. Ritme inschakeling
Druk op [Start/Stop] om het ondersteunende ritme te starten. Druk op [Sync], "SYN" verschijnt op het display. Speel een
willekeurige toets in de akkoordtoetszone af (1e t/m 19e toets van links). Het ondersteunende ritme wordt geactiveerd. Druk op
[Start/Stop] om het ritme te stoppen.
2. Tussenspel
Nadat het ritme is geactiveerd, drukt u op [FILL-IN] om een tijdelijk ritme te laten spelen.
3. Ritme stoppen
Druk op [Start/Stop] om het ritme te stoppen.
Tempo aanpassen
Druk op [Tempo +] of [Tempo -] om het tempo te verhogen of te verlagen. Door de twee toetsen tegelijkertijd in te drukken kan
het tempo naar de standaardwaarde worden teruggezet.
EFFECT CONTROLE
Sustain functie
Druk op [Sustain], "SUS" zal op het display verschijnen. Het sustain effect zal worden geactiveerd. Druk op nogmaals op deze
toets, "SUS" verdwijnt weer van het display. Het sustain effect zal worden uitgeschakeld.
Vibrato functie
Druk op de knop [Vibrato], "VIB" verschijnt op het display. Het vibrato-effect wordt geactiveerd. Druk nogmaals op deze knop
om het vibrato-effect uit te schakelen, "VIB" verdwijnt van het display.
OPNAME EN RITMEPROGRAMMERING
Opname
Druk op [Rec] om de opnamefunctie in te schakelen, "RECORD" zal op het display verschijnen. In deze functie zullen alle
afgespeelde noten worden opgenomen. Druk op [Play] om de opgenomen notities af te spelen, "PLAY" zal op het display
verschijnen. Wanneer de opslagruimte vol is, zal "REC" op het display verschijnen en zal de opname automatisch stoppen.
Ritmeprogrammering
Druk op [Prog] om de ritmeprogrammeringsfunctie in te schakelen, "PROG" verschijnt op het display en het toetsenpaneel wordt
geactiveerd. In deze modus kun je aangepaste ritmes maken door de corresponderende percussietoets te spelen. De
programmering zal automatisch stoppen wanneer het geheugen vol is. Druk op [Play] om het programmeerritme af te spelen.
Druk op [Start/Stop] of druk nogmaals op [Program] om de programmeerfunctie uit te schakelen. Alle opgenomen ritmes zullen
worden verwijderd.
METHODES VOOR TRAINING
Training I: One key
Druk op [One Key] om de trainingsfunctie met één toets in te schakelen, "LEARN” wordt op het display weergegeven. Druk op
"+"/"-" om het te leren nummer te selecteren. Deze modus maakt het mogelijk om fouten te maken bij het spelen, daar het
keyboard nog steeds de juiste noten speelt (het display zal ook de juiste noten tonen). Nadat een liedje klaar is, herhaalt u het
huidige aan te leren liedje. Druk op [Start/Stop] of druk op de knop [One Key] om de trainingsfunctie uit te schakelen.
Training II: Follow
Druk op [Follow] om de “volgfunctie” in te schakelen, "LEARN" wordt op het display weergegeven. Druk op "+"/"-" om het te
leren nummer te selecteren. Met volgtraining kunt u leren spelen door de juiste noten te volgen. De juiste noten worden op het
display weergegeven. Het programma wacht tot u de juiste noot speelt voordat het naar de volgende gaat. Noten: In deze
modus speelt het keyboard alleen de juiste noten en reageert het niet op de verkeerde noten. Druk op [Start/Stop] of druk op
[Follow] om de trainingsfunctie uit te schakelen.
Training III: Ensemble
Druk op [Ensemble] om de ensemblefunctie in te schakelen, "LEARN" wordt op het display weergegeven. Druk op de knop
"+"/"-" om het te leren nummer te selecteren. De Ensembletraining is gericht op het correct en uitgebreid aanleren van de duur
en de noten van het liedje. Als u niet binnen 3 seconden speelt, speelt het keyboard automatisch de juiste noot. Nadat een
nummer is voltooid, herhaalt u het huidige te leren nummer. Druk op de knop [Start/Stop] of druk op [Ensemble] om de
trainingsfunctie uit te schakelen.