WAARSCHUWING: Onderdelen van de voeding
mogen onder geen beding worden gewijzigd en
er mag niet mee worden geknoeid. De
laagspanningskabel mag niet worden ingekort
of verlengd.
WAARSCHUWING: Haal de stekker uit het
stopcontact wanneer u bijvoorbeeld het
laadstation wilt reinigen of de lusdraad wilt
herstellen.
OPGELET: Plaats de laagspanningskabel en
stel de maaihoogte zodanig in dat de messen
nooit in aanraking kunnen komen met de kabel.
3.3.3 Het laadstation installeren en aansluiten
1. Zet het laadstation op een geschikte plek.
2. Sluit de laagspanningskabel aan op het laadstation.
3. Sluit de voedingskabel van de voeding aan op een
stopcontact van 100-240 V. Wanneer de voeding op
een stopcontact buiten wordt aangesloten, moet dit
stopcontact zijn goedgekeurd voor gebruik
buitenshuis. Zie
Voeding aansluiten op pagina 13
.
4. Bevestig het laadstation aan de grond met behulp
van de bijgeleverde schroeven. Draai de schroeven
zodanig aan dat ze helemaal verzonken zijn.
OPGELET: Het is niet toegestaan om nieuwe
gaten in de grondplaat van het laadstation te
maken. Alleen de bestaande gaten mogen
worden gebruikt om hem in de grond vast te
zetten.
OPGELET: Sta of loop nooit op de grondplaat
van het laadstation.
3.4 De accu laden
Nadat het laadstation is aangesloten, kunt u de
robotmaaier opladen. Zet de hoofdschakelaar in stand
1
.
Plaats de robotmaaier in het laadstation terwijl de
begrenzingsdraad en de begeleidingsdraad worden
gelegd.
Als de accu leeg is, duurt het ongeveer 80 tot 100
minuten om hem volledig te laden.
WAARSCHUWING: Laad de robotmaaier alleen
op met een laadstation dat daarvoor bedoeld is.
Onjuist gebruik kan leiden tot elektrische
schokken, oververhitting of lekkage van
corroderende vloeistof uit de accu. Bij lekkage
van elektrolyt spoelt u deze weg met water.
Raadpleeg onmiddellijk een arts indien de
elektrolyt in aanraking komt met uw ogen etc.
Let op: De robotmaaier kan niet worden gebruikt zolang
de installatie niet is voltooid.
14 - Installatie 358 - 001 - 21.09.2017