3
Veiligheid
Kinderen moeten onder toezicht staan om er zeker van te zijn dat zij niet met
het apparaat gaan spelen. Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt
door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens of met onvoldoende ervaring en/of kennis,
tenzij deze personen onder toezicht staan van of zijn geïnstrueerd in het
gebruik van het apparaat door iemand die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
Houd het verpakkingsmateriaal, zoals bijv. folie, uit de buurt van kinderen. Bij
misbruik bestaat gevaar op verstikking.
Open nooit de behuizing van het toestel, om gevaarlijke situaties te vermijden
(elektrische shock, gevaar voor kortsluiting en brand)!
Breng geen voorwerpen doorheen de sleuven en openingen in het binnenste
van het toestel in (elektrische shock, kortsluiting en gevaar voor brand)!
Sleuven en openingen van het toestel zijn bedoeld voor de verluchting. Dek
deze openingen nooit af. Oververhitting, brandgevaar)!
Voeding
LET OP! Ook wanneer het toestel uitgeschakeld is, staan delen van het toestel
nog steeds onder spanning. Om de stroomtoevoer naar uw toestel te
onderbreken of het toestel helemaal spanningsloos te schakelen, moet u het
toestel volledig van het stroomnet afkoppelen.
Ook wanneer het toestel uitgeschakeld is, verbruikt de stekkernetadapater nog
stroom. Om de stroomtoevoer te onderbreken, trekt u de stekker uit het
stopcontact.
Gebruik de netstekker uitsluitend op een geaard stopcontact van 230V~ 50Hz.
Wanneer u niet zeker bent over de stroomtoevoer op de plaats waar u het
toestel opstelt, vraag dan na bij uw energiebedrijf.
Voor nog meer veiligheid bevelen wij aan een bescherming tegen overbelasting
te gebruiken, om het toestel te beschermen tegen spanningspieken of
blikseminslag vanuit het stroomnet.
Het stopcontact moet zich in de nabijheid van het toestel bevinden en
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Als u een verlengkabel gebruikt, moet u erop letten dat deze aan de VDE-
vereisten voldoet. Raadpleeg eventueel uw elektro-installateur.
Leg de kabels zo neer dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde netstekker. Probeer nooit, de stekker op
andere bussen aan te sluiten, aangezien dit tot schade kan leiden.
Plaats geen voorwerpen op de kabels omdat deze anders beschadigd kunnen
raken.