NEDERLANDS nl
27
Bewaar de zaagbladen zo dat niemand zich
eraan kan verw onden.
Gevaar voor terugslag van de zaagkop
(zaagblad blijft in het werkstuk steken en de
zaagkop slaat plotseling omhoog)!
Kies een voor het te snijden materiaal geschikt
zaagblad.
Houd de handgreep goed vast. Op het moment
waarop het zaagblad insteekt in het werkstuk is
het risico op terugsla g bijzonder groot.
Gebruik voor het zage n van dunne werkstukken
of werkstukken met dunne wanden uits luitend
zaagbladen met fijne tanding.
Zorg ervoor dat de zaagbladen st eeds scherp
zijn. Botte zaagbladen moeten onmiddellijk
vervangen worden. Er bestaat een verhoo gd
risico op terug slag als een botte zaagtand in het
oppervlak van het werkstuk vast blijft zitten.
Zet het werkstuk ni et "op z’n kant" (tijdens het
schaven).
Controleer in geval van twijfel de werkstukken
op vreemde voorwerpen (bijvoorbeeld nagels of
schroeven).
Zaag nooit meerdere stukken in één keer – ook
geen bundels die uit diverse afzonderlijke
stukken besta an. Er is gevaar voor licham elijk
letsel als afzonderli jke stukken zonder steun
door het zaagblad worden gegrepen.
Vermijd bij het maken van groeven zijdelings e
druk op het zaagblad – gebruik een
spaninrichting .
Intrekgevaar!
Zorg ervoor dat t ijdens het gebruik geen
lichaamsdelen of kleding door roterende
onderdelen gegrepen en meegetrokken kunnen
worden (geen stropdassen, geen
handschoenen, geen kleding met wijde
mouwen dragen; bij lang haar moet absoluut
een haarnet worden ge dragen).
Zaag nooit werkstukken waaraan touwen,
snoeren, riemen of draden hangen of die
dergelijke materialen bevatten .
Gevaar door onvoldoende
persoonlijke beschermingsmiddelen!
Draag gehoorbesche rming.
Draag een veilighei dsbril.
Draag een stofmasker.
Draag geschikt e werkkleding .
Draag slipva st schoeise l.
Draag de handschoenen bij de omgang met
zaagbladen en ruwe gereedschappen. Draag
de zaagbladen in een container.
Gevaar door zaagsel!
Werk uitsluitend met aangesloten
afzuiginstallatie. De afzuiginstallatie moet
voldoen aan de in hoofdstuk 16. genoe mde
waarden.
De stofbelasting verminderen:
Stofdeeltjes die tijdens het werken met deze
machine ontstaan, kunnen stoffen bevatten die
kanker, allergische reacties, aandoeningen aan
de luchtwegen, aangeboren afwijkingen of
andere voortplan tingsproblemen kunnen
veroorzaken. Enkel e voorbeelden van dergelij ke
stoffen zijn: lood (in lood houdende verf),
additieven voo r de behandeling van hout
(chromaat, houtverduurz amingsmiddelen),
enkele houtsoort en (zoals eiken- of beuk enstof).
Het risico is afhankelijk van het feit hoe lang de
gebruiker of in de buurt aanwezige person en
aan de stofbelasting worden bl ootgesteld.
Deze stofdeelt jes mogen niet in het lich aam
terechtkomen.
Om de belasting met deze s toffen te
verminderen: Zorg voor een goede ventilatie
van de werkpl ek en draag geschikte
beschermingsmi ddelen, zoals bijv. stofmasker s
die in staat zijn om de microscop isch kleine
stofdeeltjes uit de lucht te filteren.
Neem de voor uw m ateriaal, pers oneel,
toepassin gsgeval en locatie geldende richtlijnen
in acht (bijv . arbeidsveiligheidsb epalingen,
afvalbehandeling).
Verzamel de ontstane stofdeeltjes op de plaats
waar deze ontstaan, voorkom dat ze neerslaan
in de omgevin g.
Gebruik de meegeleverde stofopvanginric hting
en een geschikte stofafzuiging. Daardoor
komen slecht s weinig deeltjes ongecontroleerd
in de omgeving terecht.
Verminder de st ofbelasting door:
– de vrijkomende stof deeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de mac hine niet op de
gebruiker zelf of in de buurt aanwezige
personen of op neergeslagen sto f te richten,
– een afzuiginsta llatie en/of een luc htfilter te
plaatsen,
– de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen scho on te houden. Vegen of b lazen
wervelt het stof op.
– Zuig o f was de bescherm ende kleding. Nie t
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
Gevaar door technische wijzigingen of
het gebruik van onderdelen die niet door de
fabrikant zijn goedgekeurd en vrijgegeven
Monteer dit apparaat zoals in de han dleiding
wordt aangegeven.
Gebruik hiervoor uitsluitend door de fabrikant
vrijgegeven onderdelen. Dit betreft in het
bijzonder:
– zaagbladen (bestelnummers zie h oofdstuk 12.
Toebehoren).
– Veiligheidsvoorzieningen.
–Z a a g l a s e r
– Zaagbereikverlichting
Voer aan deze onderdelen geen wijz igingen uit.
Let erop dat de op het zaagblad aangegeven
toerental tenminste net zo hoog is als het
toerental dat op de zaag wordt vermeld.
Gevaar door gebreken aan het
apparaat!
Controleer het apparaat voor het in schakelen
telkens op eventuele beschadiginge n: voor het
gebruik moet de goede werking van de
veiligheidsinrichti ngen, beveiliging en of licht
beschadigde onderdelen a ltijd zorgvuldig
gecontroleerd worden. Controleer of de
scharnierende on derdelen correct functioneren
en niet klemmen. Alle onderdelen dienen juist
gemonteerd te z ijn en te voldoen aan alle
voorwaarden om een goede werking van de
machine te garanderen.
Gebruik geen beschadigde of ver vormde
zaagbladen.
Gevaar door lawaai!
Draag gehoorbesc herming.
Gevaar door blokkerende werk stukken
of werkstukdelen!
Als er een blokkering optreedt:
1. apparaat uitschakelen,
2. stekker uit het stopco ntact halen of de accu
verwijderen,
3. handschoenen dragen,
4. blokkering met gesc hikt gereedschap
opheffen.
4.2 Speciale veiligheidsvoorschriften
voor accumac hines:
Haal het accupack uit de machine, voordat instel-,
ombouw-, onderhouds - of
reinigingswerkz aamheden uitgevoerd worden .
Accupacks tegen voch t beschermen!
Accupacks niet aan vuur blootstellen!
Geen defecte of vervormde accupack s gebruiken!
Accupacks niet openen!
Contacten van de accupack s niet aanraken of
kortsluiten!
Uit defecte Li-Ion-accupac ks kan een lich t
zure, brandbare vloeistof lekken!
Wanneer accuvloeistof eruit lekt en met de
huid in aanraking komt, onmiddellijk o nder
stromend water af spoelen. Wanneer er
accuvloeisto f in uw ogen komt, wa s deze dan uit
met schoon water en zoek onm iddellijk een arts op
voor behandeling!
4.3 Symbolen op het apparaat
(afhankelijk van het model)
Lees de gebruiksaanw ijzing.
Niet in het zaagblad grijpen.
Veilighei dsbril engehoorbes cherming
dragen.
Apparaat niet in vochtige of natte
omgeving gebruiken .
Laserstralin g - niet in de
straal kijken.
LASER KLASSE 2
4.4 Veiligheidsvoorzieningen
Pendel besche rmkap (6)
De pendel beschermkap verhindert ongewild
contact met het zaagblad en biedt bescherming
tegen rondvliege nde spaanders.
Veiligheidsvergrendeling (27)
Apparaten met accu:
Alleen als de
veiligheidsvergrendeli ng geactiveerd wordt, k an
de machine wor den ingeschak eld.
Apparaten op stroom:
Alleen als de
veiligheidsvergrendeling geactiveerd wordt, ga at
de pendel afdekbescherming o pen waarna u de
zaag kunt laten zakk en.
Werkstukaanslag (26)
De werkstukaanslag verhindert, dat een werkstuk
tijdens het zagen k an worden bewogen. De
werkstukaanslag m oet tijdens gebr uik altijd
gemonteerd zijn.
Het extra profiel (35) aan de werkstukaanslag
moet voor schuine zaagsnedes na het losdra aien
van de borgschroef (36) worden verschoven.
Zie pagina 2.
1 Sluiting van de spaanzak
2S p a a n z a k
3 Spaanafzuiging
4 Laseruitgang
5 Zaagbereikverl ichting
6P e n d e l b e s c h e r m k a p
7 Lengte-aanslag
8T a f e l
9 Draaitafel
10 Tafel inlegprofi el
11 Vergrendelgreep voor draaitafel
12 Pal voor vergrendelposities van de draaitafel*
13 Borgschroef voo r trekbank *
14 Binnenzeskantsleutel / gereedschapsdepot
voor binnenzeskantsleutel
15 Werkstukspaninrichting
16 Tafelverbreding
17 Stelschroef van de tafelverlenging
18 Zaagbladve rgrendelin g
19 Zaaggreep
20 Stelknop voor de toerentalinstelling *
21 Draaggreep
22 Haak voor kabelopwi kkeling
23 Vergrendelin gshendel voor hoekverstelling
24 Vergrendelknop (voor het vergroten van de
hoek met +/- 2 °)
25 Transportvergrendeli ng
26 Werkstukaanslag
27 Veiligheidsver grendeling
28 Aan-/uit-sch akelaar va n de zaag
29 Aan-/uit-sch akelaar va n de zaaglaser
30 Aan-/uit-sch akelaar va n de
zaagbereikverlichtin g
5. Overzicht