NEDERLANDSnl
28
31 Toets voor ontgrendelin g van het accupack *
32 Toets voor de indicatie van de capaciteit *
33 Capaciteits- en signaalindicati e *
34 Accupack *
*afhankelijk van model / uitvoeri ng
Indien nodig draaggreep (21) monteren
(afhankelijk van het model)
Draaggreep (21) zoals getoond vas tschroeven.
Indien nodig tafelverbreding (16) monteren
(afhankelijk van het model)
1. Rechter en linker tafelverbreding uit de
transportverpakking halen.
2. Schroeven (37) aan de geleidingen van de
rechter en linker tafelverbreding eruit
schroeven .
3. Geleiding en van de tafelver bredingen
helemaal in de opnam e schuiven. De
tafelverbreding met omhoog geklapte lengte-
aanslag (7) op de rechter kant monteren.
4. Apparaat aan de voorpoten optillen,
voorzichtig ach terover kantelen en tegen het
kantelen beveiligd plaatsen.
5. Schroeven (37) aan de geleidingen w eer
vastdraaien.
6. Apparaat aan de voorpoten vastpakken,
voorzichtig vooro ver kantelen en neerzetten.
7. Gewenste tafelbreedte instellen en
tafelverbredingen met stelschroeven (17)
vastzetten.
Opstelling
Voor het veilige werk en moet het apparaat op een
stabiele onde rgrond worden bevestigd.
– A ls ondergrond kan of een vast gemonteerd
werkblad of werkbank worden gebruikt.
– Het apparaat moet ook tijdens het bewerken
van grotere werkst ukken veilig staan.
– Lange werkstuk ken dienen met ges chikte
toebehoor extra worden ondersteund.
Aanwijzing:
Voor mobiel gebrui k kan het apparaat op een
triplex- of multiplex plaat (500 mm x 500 mm,
tenminste een dikte van 19 mm) worden
vastgeschroefd. Tijdens het gebruik mo et de
plaat met een bankschroef op een werkbank
worden bevestigd.
1. Apparaat vas tschroeven op de on dergrond.
2. Transportvergr endeling (25) losmak en:
zaagkop een beetje naar benede n drukken en
vasthoud en. Transpo rtvergren deling (25) eruit
trekken.
3. Zaagkop lang zaam naar boven zwenken.
Transport
1. Zaagkop naar benede n zwenken en
transportvergrendeling (25) indrukken.
2. Trekbank met b orgschroef (13) in de voorste
positie vergrendelen.
Let op!
Transporteer de zaag niet aan de
veiligheidsinrich tingen.
3. Apparaat aan de draaggreep (21) optillen en
dragen.
7.1 Aan-/ui t-schakelaar motor (28)
Motor inschakelen :
Aan-/uit-schakelaar indrukken en ingedrukt
houden.
Motor uitschakelen:
Aan-/uit-sch akelaar l oslaten.
7.2 Aan-/uit-schakelaar van de
zaagbereikverlichting (30)
Verlichting van he t zaagbereik in- en
uitschakelen.
Gevaar!
De lichtstraal niet op ogen van personen of dieren
richten.
Aanwijzing:
Bij accu-apparaten: Tijdens een korte
werkonderbr eking gaat de zaagbereikverlichtin g
(rustmodus) uit en wordt automatisch geactiveerd
wanneer u weer verder werkt. Tijdens een lange
werkonderbr eking gaat de zaagbereikverlichtin g
uit. Voor het he rnieuwd inschakelen: Schakelaar
(30) drukken.
7.3 Aan-/uit-schakelaar van de
zaaglaser (29)
Zaaglaser in- en uitschakelen.
De zaaglaser markeert een lijn links langs de
zaagsnede. Probeer het uit om aan de
positionering te wennen.
Gevaar!
LASERSTRALEN
NIET IN DE STRAAL KIJKEN
LASER KLASSE 2
EN 60825-1:2014
P<1mW, λ =650nm
Aanwijzing:
Bij accu-apparaten: Tijdens een korte
werkonderbreking gaat de zaaglaser (rustm odus)
uit en wordt automatisch geactiveerd wanneer u
weer verder werkt. Tijdens een lange
werkonderbr eking gaat de zaaglaser uit. Voor het
hernieuwd in schakelen: Schakela ar (29)
drukken.
7.4 Hoekverstelling
Na het losmaken van de vergrendeling shendel
(23) kan de zaag traploos tussen 0° en 45° naar
links ten opzic hte van de loodrechte positie
worden ingesteld (40) .
Druk tijdens het instellen op de verg rendelknop
(24) om ook een hoek van maximaal 47° naar
links ten opzic hte van de loodrechte positie c.q.
tot 2° naar rechts ten opzichte van de loodrechte
positie in te stellen.
Gevaar!
Om ervoor te zorgen dat de hoek tijdens het
zagen niet kan veranderen, moet de
vergrendelings hendel (23) van de kantelarm
worden vastgedraaid.
U kunt de posit ie van de vergrendeli ngshendel
aanpassen aan uw beh oefte: Trek de
vergrendelingshendel eruit, verdraaien en in de
gewenste positie indruk ken en vast laten klikken.
7.5 Draaitafel
Voor versteksneden kan de draaitafel na het
losmaken van de vergrendelgreep (11) en het
drukken van de pal (12) 47° naar links of 47° naar
rechts word en gedraaid. O p deze man ier wordt
de zaaghoek ten opzichte van de aanleunrand
van het werkstuk veranderd.
Gevaar!
Om ervoor te zo rgen dat de verstekh oek tijdens het
zagen nie t kan veranderen, mo et de
vergrendelgreep
(11)
van de draaitafel (ook in de
rustposities!) worden vastgedraaid.
7.6 Trekbank
Met de trekbank kunnen ook we rkstukken met
grotere doorsnede worden gezaagd. De trekbank
kan voor alle so orten zaagsnedes (rechte
sneden, versteksnedes, schuine sneden en
dubbele versteksnedes en het zagen van
groeven) worden gebruikt.
Als de trekbank niet nodig is, kunt u de trekbank
met de borgschroef (1 3) in de achterste positie
worden vergrendeld.
7.7 Zaagdieptebegrenzing
De zaagdieptebegrenzing (51) maakt s amen met
de trekbank h et maken van gr oeven mogelij k.
De stelschroef verdraaien en met de contr amoer
fixeren. De zaagdieptebegrenzing kan worden
uitgeschakeld als de aanslag (52) naar achteren
wordt gescho ven.
7.8 Toerentalregeling
(alleen bij KGS V 216 M,
KGSM 216 Vario Max)
Met de stelknop (20) het toerental instellen.
Aanbevolen stelknopposities zie tabel.
Hout: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 - 6
Aluminium: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 - 6
Kunststof: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 - 3
8.1 Spaanzak / spaanafzuigi nstallatie
aansluiten
Gevaar!
Sommige soorten zaag sel (bijvoorbeeld van
beuken-, eiken- en essenhout) kunnen bij
inademing kanker verwekkend zijn.
– Werk alleen m et een gemonteerde sp aanzak of
een gesc hikte spaanaf zuiginstallat ie.
– Gebruik bovendien een stofmasker omdat niet
al het zaa gstof opgevan gen c.q. afge zuigd
wordt.
– Maak de spaanzak regelmatig leeg. Dr aag
tijdens het legen een stofmasker.
Als u het apparaat met de meegeleverde
spaanzak in gebrui k neemt:
Steek de spaanzak (2) op de spaanafzuiging
(3). Let erop dat de sluiting (1) van de spaanzak
gesloten is.
Als u het apparaat aan een spaanafzuiginstallatie
aansluit:
Gebruik voor het aansluiten aan de
spaanafzuiging een ges chikte adapter (zie
hoofdstuk 12. "Toebehoren").
Let erop dat de spaanafzuiginstallatie vo ldoet
aan de in hoofdstuk 16. "Technische gegevens "
genoemde eisen.
Lees ook de handleiding voor de bediening van
de spaanafzuiginstallatie!
8.2 Werkstukspaninrichting monteren
De werkstukspanin richting (15) kan in twee
posities gemonteerd worden:
–V o o r b r e d e
werkstukken:
Werkstukspaninri chting in het achters te boorgat
(38) van de tafel schuiven.
–V o o r s m a l l e
werkstukken:
Werkstuksp aninrichting in het voor ste boorgat
(39) van de tafel schuiven.
8.3 Speciaal voor elektrische machines
Gevaar! Elektrisch e spanning
Het apparaat mag uitsluitend worden aangesloten
op een stopcontact dat aan de hierna volgende
voorwaarden voldoet (zie ook hoofdstuk 16.
"Technische geg evens"):
– Netspanning en -frequen tie moeten
overeenstemmen met de waarden op het
typeplaatje van het appar aat.
– De stroomkring di ent vakkundig beveiligd te
worden met een differentie elschakelaar die
aanslaat bij een lekstroom va n 30 mA.
– De stopcontacten moeten reglementair
geïnstalleerd zijn en een goedgekeurde aarding
hebben.
Het snoer moet zo gelegd wo rden dat het
zaagwerk zaamheden niet kan bemoeil ijken en
dat het snoer niet bescha digd kan raken.
Gebruik als ver lengsnoer alleen s noeren met
rubbermantel en voldoende diameter
(3 × 1,5 mm
2
).
Gebruik verlengsnoeren voor gebruik
buitenshuis. Gebruik in de op en lucht alleen
6. Plaatsen en transport
7. Het apparaat gedetailleerd
8. Ingebruikname