NEDERLANDSnl
30
4. Stelschroef met schijf (44) op de zaagas met
een binnenzesk (14) rechtsom eraf
schroeven (lin
5. Veiligheidsvergrendeling (27) los maken
(alleen bij apparaten die op stroom werken) en
pendel beschermkap (6) naar boven schuiven
en vasthouden.
6. Buitenflens (45) en zaagblad (46) voorzichtig
van de zaagas nemen en pendel
beschermkap weer sluiten.
Gevaar!
Gebruik geen schoonmaakmiddelen
(bijvoorbeeld om hars
de lichtmetalen delen zouden kunnen
beschadigen. De stabiliteit van de zaag zou
erdoor kunnen worden beperkt.
7. Opspanvlak reini
–z (49),
–z (46),
–b (45),
– binnenflens (48) .
Gevaar!
Binnenflens correct opleggen! De zaag kan
anders blokkeren of het zaagblad
De binnenflens zit goed, als de ring
zaagblad en dnt naar de motor wijst.
8. Binnenflens (48) monteren.
9. Veiligheidsvergrendeling (27) los maken
(alleen bij apparaten die op stroom werken) en
pendel beschermkap (6) naar boven schuiven
en vasthouden.
10.Nieuw
draairichting: V
gezien, moet de pijl op het zaagblad
overeen (47) op de
zaagbladafdekking!
Gevaar!
Gebruik alleen zaagbladen die voldoen aan de in
deze gebruikersha
kenmerke
Gebruik allkte zaagbladen die
overeenximale toerental (zie
"Technisch
beschadigde zaagbladen kunnen
van de middelpuntvliedende kracht delen
weggeslingerd worden.
Zaagbladen
van hout of dergelijke material
aan EN 847-1.
Niet gebruiken:
– zaagbladen van hooggelegeerd sneldraaistaal
(HSS);
– beschadigde zaagbladen;
– slijpschijven.
Gevaar!
– Het zaagblad moet gemontee
originele onderdelen.
– Gebruik nooit losse spanringen. Het zaagblad
zou vanzelf los k
– De zaagbladen moeten uitgebalanceerd zijn. Ze
mogen niet trille
werken vanzelf lo
11.Pe (6) weer sluiten.
12.Bui (45) erop schuiven – de vlakke
kant moet n
13.Stelschroef met schijf (44) link
schroeven (links
hand vastdraaien.
14.Zaagblad vergrendelen: De verg
(18) indrukken en hierb
andere hand draaien, totdat de
vergrendelknop vastk
ingedrukt houden.
Gevaar!
– Zes
– Sla niet op de zeskantsle
vast te
15.Stelschroef (44) met de zeskantsleutel (14)
stevig vastdraaien.
16.
veiligheidsvergrendeling (27) los m
(alleen bij apparaten die op stroom werken) en
de zaag naar beneden klappen:
– de pendel beschermkap moet het zaagblad bij
het naar beneden zwe
andere onderd
– Bij het omhoog
uitgangspositie moet de pendel beschermkap
het zaagb
– Zaagblad met de hand draaien. Het zaagblad
moet in iedere mogelijke positie kunnen
draaien, zonder andere onderdelen aan te
raken.
10.2 Tafel inlegprofiel vervangen
Gevaar!
Als het tafel inlegprofiel (10) beschadigd is,
bestaat het risico dat kleine voorwerpen tusse
het tafel inlegprofiel en het zaagblad
vastklemmen en
Beschadigde inlegprofielen moeten onmiddellijk
vervangen worden!
1. Schroeven van het inleg
Indien nodig de draaitafel draaien en zaagkop
kantelen, om de
bereiken.
2. Inlegprofiel verwijderen.
3. Nieuw inl
4. Schroeven vangprofiel vastdraaien.
10.3 Werkstukaanslag instellen
1. Binnenzeskantschroeven (50) losdraaien.
2. Werkstukaanslag (26) zo ins
precies haaks op het zaagblad staat als de
draaitafel in de 0°-po
3. Binnenzeskantschroeven (50) vast
10.4 Zaaglaser instellen
Laser haaks instellen
– Middelste schroef (41) losdra
verdraaien. Middelste schroef (41) vastdraaien.
Laser zijdelings instellen
–R (43) en linker schroef (42)
losdraaien. Laser ho
Rechter sc (43) en linker schroe (42)
vastdraaien.
10.5 Apparaat reinigen
Zaagsel en stof met een borstel of stofzuiger
verwijderen van/uit:
– instelinstallaties;
– bedieningseleme
– koe
– ruimte onder het inlegprofiel;
– zaaglaser;
– zaagbereikverlichting
10.6 Appar
Gevaar!
Sla het apparaat
onbevoegden in werk
Zorg ervoor dat zich niemand
apparaat kan
Let op!
Het apparaat niet in de open
vochtige omge
10.7 Onderhoud
Voor iedere ingebruikname
Verwijder zaags
Controle
accupack op besc
u de defecte onderdelen door e
elektromonteur vervan
Alle bewegende onderdelen controleren, of zij
over het gehele be
bewegen.
Regelmatig, afhankelijk van de
werkomstandigheden
Controleer a
ze event
Reset functie van de zaagkop controleren
(zaagkop moet door veerkracht in de bovenste
uitgangspositie terugkeren), indien nodig de
veer laten vervangen.
Geleidingselementen smeren
– Gebruik bij lange werkstukken li
van de zaag geschikte onders
– Bij schuine snedes dient u het werkstuk rechts
van het zaagblad vast te houden.
– Tijdens het zagen van klein
aanslag gebruiken (als extra aanslag kan bijv.
een passende haat word
dat wordt vastgeschroefd aan de aanslag
het apparaat).
– Tijdens het zagen van ronde (ve
planken (53) de naar buiten vervormde kant
tegen de werkstukaanslag plaatsen.
– Werkstukken nie
de draaitafel leggen.
Gebruik ae Metabo toebehoren.
Gebruik alleen toebehoren die
deze gebruikers
kenmerken.
A Onderhouds- en verz
verwijderen van sten en voor het
conserveren van
0911018691
B Zuigadapter Multi voor het aansluiten van
zuigslangen met 44, 58 of 100 mm aansluitstuk
0910058010
C Metabo alles
D Onderstellen:
Universeel machine-onderstel UMS 6.3131700
Mobiel onderstel
6.3131800
Onderstel KSU 400 0910066110
E Rolonderstel:
RS 420
RS 420 G
RS 420 W 0910053361
Zaagbladen voor KGS 216 M / KGSV 216 M /
KGSM 216 Vario Max:
F Zaagblad Power Cut 6.28009
216 × 2,4 / 1,8 × 30 24 WZ 5° neig
voor langs-en dwar
G Zaagblad Precision Cut Classic
216 × 2,4 / 1,8 × 30 40 WZ 5° neig
voor langs- en dwar
spaanplaat
H Zaagblad Multi Cut Classic 6.28066
216 × 2,4 / 1,8 × 30 60 FZ/TZ 5° neig
voor langs-
laminaat, kuns
Zaagbladen voor KGS 254 M:
I Zaagblad Precision C 6.28061
254 x 30 x 2,4/1,8 48 WZ 5° neig
voor langs- en dwar
spaanplaat
J Zaaglbad Multi Cut 6.28223
254 x 30 x 2,4/1,6 80 FZ/TZ 5° neig
voor langs-
laminaat, kuns
Zaagbladen voor KGS 305 M:
K Zaagblad
305 x 30 x 2,4/1,8 56 WZ 5° neig
voor langs- en dwar
spaanplaat
L Zaaglbad Multi 6.28091
305 x 30 x 2,8/2,0 96 FZ/TZ 5° neig,
voor langs-
laminaat, kuns
Zaagbladen voor KGS 18 LTX 216:
M Zaagblad Prec
216 × 1,8 / 1,2 × 30 40 WZ 5°
11. Handige tips
12. Toebehoren
