65
6. Flitssynchronisatie
Afhankelijk van het type camera zijn verschillende
soorten flitssynchronisatie mogelijk. Hoe de ver
schillende soorten flitssynchronisatie op de camera
moeten worden ingesteld, vind u in de gebruiksaan-
wijzing van de camera.
6.1 Normale synchronisatie
Deze functie wordt door alle TTL-camera’s onder-
steund en hij is geschikt voor de meeste
flitsopnamen. Bij de normale flitssynchronisatie ordt
automatisch naar de flitssynchronisatietijd van de
camera omgeschakeld. Afhankelijk van het type
camera zijn daarbij tijden van tussen 1/30 s en
1/250 s gebruikelijk. Details vindt u in de gebruiksa-
anwijzing van de camera.
6.2 Synchronisatie bij lange belichtingstijden
Sommige camera’s beschikken over bepaalde
belichtingsprogramma’s voor flitssynchronisatie bij
lange belichtingstijden.
Flitsopnamen bij zwakke verlichting leiden met korte
belichtingstijden ( normale flitssynchronisatieijd )
vaak tot te fel verlichte onderwerpen tegen een te
donkere achtergrond. Bij synchronisatie met lange
belichtingstijd staat het hele bereik tot 30 s ter
beschikking, waarmee u de achtergrond beter kunt
laten uitkomen, omdat bij langere belichtingstijden
de basishelderheid van het onderwerp door het
omgevingslicht duidelijk wordt verhoogd. Gebruik
een statief, om cameratrilling te vermijden. Details
vindt u in de gebruiksaanwijzing van de camera.
ń