66
ń
7. Flitsen met de verschillende camerafuncties
7.1 Flits programautomatiek
De camera schakelt in deze functie bij te weinig
omgevingslicht zelfstandig de flitser in. Stuurt
belichtingstijd en diafragma automatisch en ont-
steekt de flitser als de ontspanknop wordt ingedrukt.
7.2
De bij het flitsen niet ondersteunde, bijzondere
functies
Flits vooraf tegen rode ogen :
Deze functie wordt door de mecablitz niet onder-
steund.
Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter :
Deze functie wordt door de mecablitz niet onder-
steund.
Scherpteautomatiek ( DEP ) :
Deze functie wordt door de mecablitz niet ondersteund
.
De functie van automatische scherptedieptein
stelling is met flits niet mogelijk. Als er een flitser is
aangesloten, wordt belicht als bij programautomatiek.
Soft- Focus ( SF ) :
In de functie soft- focus flitst de flitser alleen bij de
eerste opname. Een soft- focuseffect wordt mogelijk
dus niet bereikt!
Programverschuiving :
Met ingeschakelde flitser is de programverschuiving
( tijd- /diafragmacombinatie ) in de programautoma-
tiek niet mogelijk.
Details hierover vindt u in de gebruiksaanwijzing van
de camera.