124
x
Het instellen voor de synchronisatie bij lange
belichtingstijden SLOW moet op de camera plaats-
vinden (zie de gebruiksaanwijzing van de camera)!
Gebruik bij lange belichtingstijden een statief om
onscherpte door bewegen van de camera te voorko-
men!
13.4 Synchronisatie bij het dichtgaan van de
sluiter (2nd curtain,SLOW2)
Sommige camera’s bieden de mogelijkheid de flits
te synchroniseren bij het dichtgaan van de sluiter
(2nd curtain,SLOW2).
Daarbij wordt de flits pas aan het einde van de
belichting ontstoken. Daarbij wordt de flits aan het
einde van de belichtingstijd ontstoken, onmiddel-
lijk vóór de sluiter begint dicht te gaan. Dit is vooral
een voordeel bij opnamen met langere belichting-
stijden (langer dan bijv. 1/30 seconde) en bewe-
gende onderwerpen met een eigen lichtbron, omdat
dan de bewegende lichtbronnen een lichtstaart
achter zich laten, in plaats van dat deze zich vóór
het onderwerp opbouwt. Met het synchroniseren bij
het dichtgaan van de sluiter krijgt u bij bewegende
lichtbronnen een ‘natuurlijker’ van de opnamesitua-
tie! Afhankelijk van de erop ingestelde functie stelt
de camera langere belichtingstijden dan zijn flits-
synchronisatietijd in.
De synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter
moet op de camera zelf worden ingesteld (zie de
gebruiksaanwijzing van uw camera)!
Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorko-
men!
+