73
(MR30: waarde van de laatste meting) (MR29: waarde van de meting voor MR 30)
AANVULLENDE INFORMATIE
Wanneer het toestel zich in de Modus voor Gemiddelden
bevindt zal de tijd tussen de metingen nauwkeurig worden
gecontroleerd om de accuraatheid te verzekeren. Indien u
achtereenvolgende metingen uitvoert wanneer het toestel zich
in de modus voor individuele metingen bevindt, dient u enkele
minuten ontspannen te wachten, zittend of liggend, vooraleer u
een meting herhaalt. Zorg ervoor dat alle metingen worden
uitgevoerd terwijl u zit.
5.8. Geheugen– annulering van alle metingen
Let op!
Alvorens alle in het geheugen opgeslagen gegevens te wissen,
dient u er zeker van te zijn dat u later de metingen niet meer
wilt gebruiken. Een geschreven verslag bijhouden getuigt van
inzicht en kan nuttig zijn als informatie bij een volgend
artsenbezoek.
Om alle opgeslagen meetresultaten te wissen, dient u de
MEMORY (geheugen)-knop ten minste 7 seconden in te
drukken, het display zal het symbool «CL» tonen en 3 korte
piepsignalen kunnen worden gehoord om het wissen van de
opgeslagen meetresultaten aan te duiden.
Let op:
Indien uw laatst opgeslagen meting in de Modus voor
Gemiddelden werd uitgevoerd, ziet u het «A»-symbool binnen
ongeveer 3 seconden tijdens de wisprocedure.
(Het display zal nu deze symbolen tonen tijdens de
wisprocedure van alle opgeslagen metingen indien de laatste
meting in de Modus voor Gemiddelden werd uitgevoerd)
6. PRINTERFUNCTIES
Dit toestel kan worden gebruikt in combinatie met de Microlife diagnostische printer. Het toestel kan
metingen afdrukken die in het geheugen werden opgeslagen door de PRINTER-knop in te drukken. Er zijn 2
soorten formaten beschikbaar.
6.1. Hoe de laatst opgeslagen meting afdrukken.
(Individuele gegevensafdruk)
a) Selecteer het juiste printerobjectief alvorens de
PRINTER-knop in te drukken.
b) Sluit de printer aan op de monitor en zet de printer
aan (voor details dient u de gebruikershandleiding
van de printer te raadplegen).