56
O
PNAMESTAND - GEAVANCEERDE TECHNIEKEN
Met de handmatige belichtingsregeling kunt u zelf diafragma en sluitertijd instellen. Deze stand scha-
kelt de automatische belichtingsregeling uit, waardoor de fotograaf maximale controle heeft over het
eindresultaat. Handmatige belichtingsregeling activeert u via de belichtings-keuzeknop (blz. 50).
U kunt sluitertijd en diafragma in 1/3 waarden instellen. Het sluitertijdenbereik is bij handinstelling 30
tot 1/16.000 s seconde plus tijdopname (blz. 57). De cameragevoeligheid is ingesteld op ISO 100, maar
kan met het functiewiel worden veranderd (blz. 74).
De gevolgen van uw instelling zijn in de zoeker/monitor te zien. Is het beeld onder- of overbelicht, dan
knipperen sluitertijd en diafragma op het data-scherm en worden ze rood in de zoeker/monitor. Is de
zoeker/monitor zwart, vermeerder dan de belichting totdat u weer beeld ziet; verminder de belichting
wanneer de zoeker/monitor wit blijft.U kunt het opnamemenu gebruiken om constant een beeld te laten
weergeven dat onafhankelijk is van de belichtingsinstelling (blz. 104).
HANDMATIGE BELICHTINGSREGELING - M
Draai aan het voorste instelwiel om de
sluitertijd in te stellen. gebruik het achter-
ste instelwiel voor het diafragma. De
betreffende aanduiding wordt blauw als de
belichting wordt gewijzigd.
Wordt de AEL-toets ingedrukt gehouden
terwijl aan het voorste instelwiel wordt
gedraaid, dan worden sluitertijd en dia-
fragma tegelijk veranderd, zodanig dat de
belichting constant blijft.
Bij gebruik van flitslicht dient de te gebruiken sluitertijd overeen te stemmen met de flitsduur, anders
kan er onderbelichting ontstaan. Bij gebruik van de ingebouwde flitser is het aan te raden geen korte-
re sluitertijd in te stellen dan 1/1000 s, bij een externe dedicated flitser is het beter geen kortere tijd dan
1/250 s in te stellen.
De werking van de handinstelling kunt u aanpassen in het setup-menu (blz. 145). In de M-stand ver-
schijnen de gele en witte aanduidingen van de trillingsonderdrukking niet.