- 90 -
Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing
Sluiter gaat niet
af.
Functieknop
staat op setup of
op PC.
Camera staat niet in een
opnamestand.
Zet de functieknop op de
gewenste opnamestand
(blz. 37).
Data-scherm en
LCD-monitor
werken. Objec-
tiefschuif.dicht.
Camera staat in weer-
gavestand.
Zet LCD-monitor uit en
open objectiefschuif om
camera in te schakelen.
De opname
wordt pas na
lange tijd
gemaakt.
Functieknop staat nog op
zelfontspanner.
Zet de functieknop op de
juiste opnamenstand
(blz. 37).
Beelden zijn niet
scherp.
Scherpstellampje
(groen) knippert
snel.
Onderwerp is te dichtbij.
Let er op dat het onder-
werp zich binnen het auto-
focus-bereik bevindt (blz.
29) of gebruik de macro-
stand (blz. 32).
Camera staat in macro-
stand.
Hef de macrostand op
(blz. 32).
Een van de speciale
omstandigheden waarbij
de camera niet kan
scherpstellen doet zich
voor (blz. 29).
Gebruik de scherpstelver-
grendeling om scherp te
stellen op een ander
onderwerp op gelijke
afstand.(blz. 28).
Opnamen zijn bij
weinig licht of
binnenshuis zon-
der flits gemaakt.
Lange sluitertijden leiden
bij opnamen uit de hand
bij weinig licht tot trillings-
onscherpte
Gebruik een statief of zet
de gevoeligheid op hoog
(blz. 44 - 49), (blz 30).
Bij gebruik van
flitslicht worden
opnamen te don-
ker
Het onderwerp ligt buiten
het flitsbereik (blz. 32).
Ga dichter bij het onder-
werp of zet de gevoelig-
heid op hoog. (blz. 44-49).
Alle beelden zijn
consequent te
donker of te licht.
[+/–] staat op het
data-scherm.
De belichtingscorrectie
staat op een andere waar-
de dan 0.0.
Zet de belichtingscorrectie
op 0.0 (blz. 34).
Kan de flitsinstel-
lingen niet veran-
deren.
De functieknop
staat op continu-
opname of film-
opname.
In de standen continu-
opname en filmopname
kan de flitsstand niet wor-
den veranderd.
Zet de functieknop op
enkelbeeldopname. U kunt
de flitsinstelling ook wijzi-
gen wanner u de zelfont-
spanner gebruikt.
PROBLEMEN OPLOSSEN - Opnamestand