18 VOORBEREIDING
AANDUIDING BATTERIJCONDITIE
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Om de batterijen te sparen schakelt de camera zichzelf uit wanneer er enige minuten geen handelin-
gen zijn verricht. Druk op de hoofdschakelaar, de ontspanknop, de menutoets of de centrale toets
van de besturingseenheid om de camera weer te activeren. De wachtduur voor het automatisch uit-
schakelen kan worden veranderd in het setup-menu (blz. 64). Wanneer de camera met een computer
is verbonden werkt de automatische uitschakeling niet; de camera zal na 12 uren automatisch uit-
schakelen.
Deze camera is voorzien van een automatische aanduiding voor de batterijconditie die wordt getoond
op de LCD-monitor.
Is er onvoldoende energie om de camera te laten werken, dan licht het signaal-
lampje naast de zoeker rood op. Er kunnen geen opnamen meer worden gemaakt
en de batterijen moeten zo spoedig mogelijk worden vervangen / opgeladen.
Batterijspanning onvoldoende - dit symbool knippert wanneer u op de ontspanknop
drukt. De camera kan geen opnamen meer maken.
Waarschuwing lege batterij - de batterijen zijn bijna leeg. De batterijen moeten zo
spoedig mogelijk worden vervangen / opgeladen. Deze waarschuwing verschijnt auto-
matisch.
Batterij vol - de batterijen zijn volledig opgeladen. Dit symbool is te zien wanneer de
camera aan staat (opnemen / weergeven).
Batterij half vol - de batterijen zijn nog gedeeltelijk geladen. Dit symbool is te zien wan-
neer de camera aan staat (opnemen / weergeven).