24
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND - BASISHANDELINGEN
GEBRUIK VAN HET ZOOMOBJECTIEF
Deze camera is uitgerust met een 7,15 tot 28,6mm optische zoom. Het bereik is vergelijkbaar met een
35 tot 140 mm zoomobjectief op een kleinbeeldcamera. Bij kleinbeeld geldt dat een objectief met een
brandpuntsafstand korter dan 50 mm als groothoekobjectief wordt aangemerkt, omdat de beeldhoek
groter is dan die van het menselijk oog. Brandpuntsafstanden langer dan 50 mm gelden als tele.
Daarmee kunnen onderwerpen groot in beeld worden weergegeven. Het effect van de optische zoom
is zichtbaar in de zoeker en op de LCD-monitor.
Stuurknop
De zoom wordt gestuurd via de
stuurknop. Druk op de op-toets
(T) om in te zoomen naar de
telestand. Druk op de neer-toets
(W) om uit te zoomen naar de
groothoekstand.
Pak de camera stevig met de rechterhand vast en ondersteun de
camera met uw linkerhand. Houd uw ellebogen in uw zijden gedrukt
en zet uw voeten op schouderbreedte uit elkaar om stabiel te staan.
Maakt u verticale opnamen, houd de camera dan zo dat de flitser
boven het objectief zit, en de handgreep onderaan. Zo krijgt u de
meest natuurlijke lichtval. Pas op dat u de flitser niet met uw vingers
of de riem afdekt.
VASTHOUDEN VAN DE CAMERA