Uitleg van de beeldbewerkingsinstrumenten
U kunt met verschillende instrumenten hetzelfde resultaat bereiken. Het ene is makkelijker of
meer flexibel dan het andere. Welk instrument voor een bepaalde taak het meest geschikt is, is
niet alleen afhankelijk van de gewenste resultaten, maar ook van de ervaring van de gebruiker;
alle veranderingen die met elk van de paletten worden gemaakt, kunnen worden teruggezet of
ongedaan gemaakt (blz. 66).
Variatiepalet: eenvoudig beeldbewerkingsinstrument. Correcties
worden gemaakt door eenvoudigweg het beste beeldje te kiezen uit
een groep licht gevarieerde voorbeelden (blz. 69).
Helderheid
Contrast
Kleurbalans
Kleurverzadiging
Kleurtoon, verzadiging en lichtsterkte: Geavanceerd en creatief
beeldbewerkinginstrument voor het veranderen van kleur en helder-
heid in beeld (blz. 81).
Palet helderheid, contrast, en kleurbalans: correcties kunnen een-
voudig worden gemaakt met behulp van de schuiven (blz. 70).
Palet tooncurve en histogram: geavanceerd beeldbewerkingsin-
strument dat gebruik maakt van een grafische weergave van de hel-
derheidsniveaus en de verdeling ervan in het beeld. Aanpassingen
zijn mogelijk voor de hoge lichten, middentonen en schaduwen in de
kleur- en helderheidskanalen (blz. 71-78).
Palet selectieve kleuren: geavanceerd beeldbewerkingsinstrument
voor precieze aanpassingen aan een specifieke kleurengroep zonder
andere kleurgroepen in het beeld aan te tasten (blz. 79).
Onscherp masker: geavanceerd beeldbewerkingsinstrument voor
het verscherpen van contouren en details in het beeld (blz. 80).
Helderheid
Contrast
Kleurbalans
Helderheid
Contrast
Kleurbalans
Veranderingen in
een specifieke
kleur
Scherpte
Kleurtoon
Verzadiging
Lichtsterkte
Pixel Polish: beeldbewerkingsinstrument dat automatische of persoonlijke correcties uit-
voer volgens eenvoudige richtlijnen (blz. 40).
Auto Dust Brush: automatisch stofverwijderingsinstrument dat het effect van stof op de
film corrigeert (blz. 39).
EffectenNaam en functie
Helderheid/lichtsterkte: Hoe licht of hoe donker het beeld is.
Contrast: Verschil tussen de lichtste en de donkerste partij; een verhoging in
contrast maakt de lichte tinten lichter en de donkere tinten donkerder.
Contrastverandering hebben ook invloed op de scherpte-indruk van
het beeld.
Kleurbalans: De relatieve sterkte van de kleuren van een beeld. Met de kleurba-
lans kunt u de kleurzweem van een foto corrigeren.
Verzadiging: De intensiteit van de kleuren.
Kleurtoon: Bepaalde kleur binnen een kleurruimte. Veranderingen in de kleurtoon
herpositioneren kleuren in de kleurruimte.
Beeldbewerkingstermen
65