25
Scherpstelsignalen
Speciale scherpstelsituaties
Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. De scherpstel-status wordt
aangegeven met het scherpstelsymbool rechtsonder op de LCD-monitor en met het lampje naast de
zoeker. Er kan altijd een opname worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet.
Onder bepaalde omstandigheden kan de camera moeite hebben met scherpstellen. In zo’n situatie
kan de scherpstelvergrendeling (blz. 24) worden gebruikt om scherp te stellen op een ander onder-
werp op dezelfde afstand als het hoofdonderwerp.
Onderwerp in
scherpstelkader heeft
te laag contrast.
Onderwerp is te
donker.
Twee onderwerpen op
verschillende afstanden
overlappen elkaar in
het scherpstelkader.
Onderwerp bevindt
zich bij zeer helder
objectief of gebied.
Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal van de LCD-moni-
tor is wit en het lampje naast de zoeker brandt groen en knip-
pert niet.
Scherpstelling niet mogelijk - het scherpstelsignaal van de
LCD-monitor is groen en knippert snel. Wanneer het autofocus-
systeem niet kan scherpstellen wordt de scherpstelling op 20 m
ingesteld, op 2 m bij gebruik van de flitser.
Scherpstelsignaal