27
Flitsbereik - Automatische werking
De camera regelt de hoeveelheid flitslicht automatisch. Voor goed belichte opnamen is het
noodzakelijk dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Doordat de lichtsterkte van het
objectief bij inzoomen afneemt is het flitsbereik in de telestand kleiner. Het flitsbereik is afhankelijk
van de ingestelde cameragevoeligheid (ISO), zie blz. 44.
Groothoekstand Telestand
Flitssignalen
Het lampje naast de zoeker geeft de flitsstatus aan. Is het lampje rood
en knippert het snel, dan is de flitser zich aan het opladen en kan er
geen foto worden gemaakt. Wordt het lampje groen, dan is de flitser
geladen en klaar voor opname.
Flitser uit - De flitser gaat bij geen enkele opname af. Gebruik deze stand wanneer flitsen verboden
is, wanneer u liever hebt dat het aanwezige licht het onderwerp verlicht of wanneer het onderwerp
zich buiten het flitsbereik bevindt. Wanneer de flitser is uitgeschakeld zal bij weinig licht de waarschu-
wing voor cameratrilling verschijnen (blz. 22).
Nachtportret - voor flitsopnamen bij nacht. de camera brengt de
belichting van voor- en achtergrond automatisch met elkaar in
evenwicht. Maakt u een portret, vraag uw onderwerp dan om na de
flitsen goed stil te staan. Om de achtergrond goed weer te geven
zal de sluiter lang open blijven staan. In deze stand is de rode-
ogen-reductie altijd actief.
0,25 m ~ 2,5 m0,25 m ~ 3,2 m