19
bereiding.
-Voordat u het apparaat verplaatst, dient u:
. de stekker uit het stopcontact te halen,
. het apparaat te laten afkoelen,
. de opvangbak voor het kookvocht te
legen.
-
Dompel de basis (A) nooit onder in
water.
- Belangrijk : tijdens de werking, kan de
stoom ernstige brandwonden
veroorzaken :
. gebruik altijd ovenwanten of een doek,
bij het aanraken van één van de
elementen,
. verwijder het deksel altijd zeer
voorzichtig,
. gebruik altijd een lepel o.i.d. voor het
omscheppen e.d. van de ingrediënten in
de stoomkoker.
Milieubehoud
-Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
mee te gaan. Denk er aan het einde van
de levensduur van dit apparaat aan het
op een voor het milieu verantwoorde
manier weg te doen.
-Afhankelijk van de regels die in uw land
gelden, kunt u het apparaat inleveren bij
uw winkelier, bij de service centra van
het merk of bij het gemeentelijk
reinigingsdepot (of neem voor
informatie contact op met de
gemeentereiniging).
Voor het eerste gebruik
-Was de kookbakken en de andere
accessoires in een sopje, spoel en
droog ze zorgvuldig af.
-Haal een vochtige doek door het
waterreservoir.
Let op: de basis van het product
nimmer onderdompelen.
Gebruik
V
OORBEREIDING
- Zet de turbokroon (A7) op zijn plaats.
- Vul de stoomkoker met water, ofwel via
de vulopening (A3) na de dop geopend
te hebben (B1), ofwel rechtstreeks in
het reservoir (A2).
- Nimmer het aan de binnenzijde van het
reservoir (A2) aangegeven "maxi"-
niveau overschrijden.
- In dit water geen kruiden of
specerijen toevoegen.
- Zet de opvangbak voor het kookvocht
(B) op de basis (A).
G
EBRUIK VAN DE VERSCHILLENDE
ACCESSOIRES
De stoomkoker kan met 1 of
2 kookbakken gebruikt worden alsmede
met andere accessoires.
. Kookbak 1 (C):
- Doe de ingrediënten in de kookbak.
-Plaats de kookbak op de opvangbak
voor het kookvocht.
. Kookbak 2 (D) (afhankelijk van het
model):
- Doe de producten in de kookbak.
-Plaats kookbak 2 op de kookbak 1.
Opmerking: Indien de bereidingstijden
van de producten die zich in de twee
kookbakken bevinden, verschillen, begin
dan met het koken van de producten die
de langste bereidingstijd nodig hebben in
kookbak 1 en voeg vervolgens kookbak 2
toe en voltooi de kookcyclus.
. Rijstbak (C1):
-Doe de rijst en het water in de kookbak
(1 deel rijst op 2 delen water).
- Zet de rijstbak in de kookbak of in de
visbak.
-Plaats het geheel op de opvangbak
voor het kookvocht.
. Visplateau (E):
- Leg de vis op het plateau.
- Plaats het plateau rechtstreeks op de
opvangbak (B) voor het kookvocht of
zet het boven de kookbak 1 of de
kookbak 2 (afhankelijk van het model).
- Zet het geheel op de opvangbak voor
het kookvocht.
I
NWERKING STELLEN
- Doe het deksel (F) op de kookbak naar
keuze of op het visplateau (E).
- Zorg dat de gaten in de richting van u af
wijzen.
-Steek de stekker in het stopcontact en
stel vervolgens de tijdschakelaar (A4) in
op de gewenste bereidingstijd (zie ook
het kooktijdenoverzicht).
-Het controlelampje (A5) gaat branden,
het stomen begint.
-Wanneer de kooktijd verstreken is, klinkt
een geluidssignaal (A4) en het
controlelampje (A5) gaat uit. Het
apparaat schakelt automatisch uit.
-Verwijder voorzichtig het deksel (gebruik
ovenwanten).
- Indien u het deksel omgekeerd op het
werkblad legt, kunt u de kookbak erop
zetten en zo de producten laten
uitlekken.