49
2
Druk de a knop in om de flitsmodus in te
stellen op q Herhaald flitsen.
3
Druk de g knop in om de aanduiding van de
flitssterkte te doen oplichten, en druk vervolgens
op de knop e of f om een hogere of lager
waarde in te stellen.
• De beschikbare flitssterktes gaan van 1/8 tot 1/128.
4
Druk op de g knoblz.
• De flitssterkte is ingesteld. Nu licht de aanduiding van
de frequentie oblz.
5
Herhaal bovenstaande procedures om de
frequentie en het aantal herhaalde flitsen per
beeld in te stellen.
Frequentie (Hz)
Aantal herhaalde flitsen per beeld
6
Bepaal het richtgetal op basis van de ingestelde
flitssterkte en de positie van de zoomkop.
Bereken vervolgens het correcte diafragma op
basis van het richtgetal en de opnameafstand.
Stel dit diafragma tenslotte in op de SB-800.
•
Zie “Tabel met richtgetallen” (blz. 42) en “Het diafragma
en de flitssterkte bepalen in Manuele modus” (blz. 42).
• Bij gebruik van camera’s compatibel met CLS, digitale
reflexcamera’s niet compatibel met CLS, camera’s van
groepen I en II in combinatie met objectieven met
CPU en COOLPIX camera’s die compatibel zijn met
de i-TTL modus, moet u het diafragma van de SB-800
op de camera instellen. U kunt het diafragma niet
rechtstreeks op de SB-800 instellen.
• Als de ISO-gevoeligheid juist is ingesteld, verschijnt
op het LCD-scherm het flitsbereik dat overeenstemt
met de ingestelde flitssterkte en het diafragma.
De werking in detail