47
De werking in detail
6
Stel op uw camera of objectief hetzelfde diafragma in
dat op de SB-800 werd ingesteld.
• Met de camera’s in de groepen III tot VII.
7
Bepaal de compositie, stel scherp, controleer of het
flits-gereedlampje aangaat en maak dan de opname.
■
■
■
Instellen van de flitssterkte
Druk de g knop in om de aanduiding van de flitssterkte te doen oplichten.
De flitssterkte verandert telkens als u op de e of f knop drukt, in de
hieronder beschreven volgorde:
Als u op de f knop drukt:
∞
1/1
∞
1/2
∞
1/2 (–1/3)
∞
1/2 (–2/3)
∞
1/4
1/128 ... 1/4 (–2/3)
±
1/4 (–1/3)
±
Als u op de e knop drukt:
∞
1/128
∞
1/128 (+1/3)
∞
1/128 (+2/3)
∞
1/64
1/1
±
1/2 ... 1/64 (+2/3)
±
1/64 (+1/3)
±
• De getallen tussen haakjes geven de aanpasbare flitssterkte weer in ±1/3 stappen,
behalve tussen 1/1 en 1/2. 1/32 (–1/3) en 1/64 (+2/3) geven dan ook dezelfde
flitssterkte weer.
•Voor een groter flitsbereik kiest u best een flitssterkte in de buurt van M1/1.