12
Gebruik van de Avant 9600
Druk op de AAN/STAND-BY-knop om de opstartroutine (initialisatie) te
beginnen. Controleer of alle signaallampjes (behalve het signaallampje
van de wisselstroomadapter) branden en of het apparaat drie keer piept
tijdens de opstartroutine. Neem contact op met de technische dienst van
NONIN
®
voor assistentie.
Gebruik de onderstaande procedure om te controleren of de
pulsoxymetersensor naar behoren werkt.
1. Controleer of de Avant
®
9600 aanstaat en de sensor is aangesloten
op de monitor.
2. Breng de pulsoxymetersensor aan bij de patiënt.
3. Controleer of de waarden voor SpO
2
en pulsfrequentie worden
weergegeven en de staafgrafiek van de pulssterkte is geactiveerd.
Fabrieksinstelling
In de fabrieksinstelling zijn alle instelbare alarm- en volumeparameters
op de standaardwaarden ingesteld. De waarden volgens de standaard
fabrieksinstelling staan in onderstaande tabel vermeld:
Bij de fabrieksinstelling staat optieschakelaar 4 in de stand OMLAAG.
Zie het gedeelte Optieschakelaars.
Gebruikersinstellingen
In de door de gebruiker bepaalde standaardinstelling (optieschakelaar
4 in de stand OMHOOG), kunnen de alarmlimieten en het volume worden
ingesteld. Om door de gebruiker bepaalde standaardinstellingen in te
voeren, voert u de limietinstellingen voor het SpO
2
- en pulsfrequentie-
alarm en het pulsfrequentievolume in. Het apparaat keert pas terug naar
de bedrijfsmodus nadat alle door de gebruiker te bepalen standaardinstel-
lingen zijn ingesteld. De geprogrammeerde limieten blijven de standaard-
waarden totdat het apparaat wordt uitgeschakeld. Om terug te keren naar
de fabrieksinstelling zet u het apparaat uit, zet u optieschakelaar 4
omlaag en zet u het apparaat weer aan.
Beschrijving Standaard
Bovenste alarmlimiet SpO
2 Uit
Onderste alarmlimiet SpO
2
85%
Bovenste alarmlimiet puls 200 slagen/min
Onderste alarmlimiet puls 50 slagen/min
13
Gebruikersfuncties
Basisfuncties
De basisfuncties van de Avant
®
9600 staan in onderstaande tabel
beschreven.
NB: Als optieschakelaar 6 OMLAAG staat, wordt de displayhelderheid automatisch
verlaagd als het apparaat van netspanning overschakelt op de batterijen.
Functie Knop Opdracht
Zet het apparaat uit
en aan
Met de AAN/STAND-BY-knop.
• Eenmaal indrukken (zet het apparaat aan).
• Eén seconde ingedrukt houden
(zet het apparaat uit).
• Vijf seconden ingedrukt houden
(zet het apparaat uit vanuit de modus
Patiëntbeveiliging).
Batterijlading Druk kort op de AAN/STAND-BY-knop
terwijl het apparaat aan staat om de
batterijlading weer te geven.
Afdrukken op
verzoek
Druk op de AAN/STAND-BY-knop terwijl het
apparaat aanstaat.
Registreer een
event-marker
Druk op de AAN/STAND-BY-knop terwijl het
apparaat aanstaat.
Demp de hoorbaar
alarmsignalen
Druk op de alarmdempingsknop.
Annuleer de
vergrendelde
alarmsignalen
Druk op de alarmdempingsknop.
Geef de intensiteit
(helderheid) van de
display weer
Druk op de plus- of de minknop.
of