12
Toets T4:
Hiermee kunnen de volgende selecties worden gemaakt:
• wijzigen van de gewenste temperatuur
• toegang tot het programmeerniveau
• toegang tot het serviceniveau
• activeren van de afvoerventilator
De brandende LED geeft aan welke selectie werd gemaakt.
1. Wijzigen van de gewenste temperatuur
Met toets T6 (SET) kan de gewenste temperatuur tussen 35 en 55°C worden ingesteld.
Bij het verlaten van deze functie wordt de nieuwe waarde automatisch bewaard.
2. Toegang tot het programmeerniveau
Toegang tot het programmeerniveau is over het algemeen niet nodig. Voor speciale
gevallen biedt het programmeerniveau mogelijkheden om de generator aan te passen aan
de specifieke eisen van een installatie. Neem hiervoor contact op met uw NORDMANN
leverancier.
3. Toegang tot het serviceniveau (zie ook 5.6)
Door op toets T5 (SELECT) te drukken kunt u de functies van het serviceniveau doorlopen.
Met toets T6 (SET) kunt u informatie verkrijgen of de componenten controleren.
4. Activering van de afvoerventilator
Nadat de automatische stoomproductie toets T1 is ingeschakeld, wordt de afvoerventila-
tor (aangesloten op klemmen 45 en 46) automatisch ingeschakeld. In de fabriek is een
voorlooptijd van 2 minuten en een nalooptijd van 15 minuten geprogrammeerd. Met
toets SET kan de afvoerventilator handmatig worden in- of uitgeschakeld.
Toets T5:
Toets T5 (SELECT) dient:
• op programmeerniveau voor de selectie van opgeslagen functies
• op serviceniveau voor de selectie van gedefinieerde controlefases
Toets T6:
Toets T6 (SET) dient:
• voor de instelling van het doseergetal indien de automatische geurstofdosering werd
geactiveerd
• voor het wijzigen van de gewenste temperatuur
•
om de speciale functies in het programmeerniveau te activeren/deactiveren of parame-
ters
in te stellen
• voor de in-/uitschakeling van afzonderlijke elementen op servicenievau
Reset:
Toets T6 (SET) dient ook als reset wanneer U-meldingen op het display worden afgebeeld.
Voor reset kan ook de zwarte hoofdschakelaar UIT/AAN worden geschakeld.
Master Set
Hiermee worden alle instellingen gewijzigd in de fabrieksinstellingen, behalve:
– bedrijfsurenteller functies 04 en 06
– aantal programmawijzigingen functie 05
– servicemelding U5 functie 50
• Kies het programmeerniveau met T4
• Kies selectiefunctie 99 met T5 (SELECT)
• Geef het getal 1 in met toets T6 (SET)
• Verlaat het programmeerniveau
Figuur 8