- 21 -
2.2 Voorbereiding voor het aanbrengen van de kogelkop
3
4
7
10
5
M+P-11A-0353
Neem de kogelkop uit het opbergvak.
De tap (10), de arrêteerkogel (4), de vergrendelingskogel (3) en de
knop (5) mogen niet vervuild of beschadigd zijn (bij vervuilingen
zie 2.7 “Onderhoudstips”).
5 72
b
a
M+P-11A-0355
De kogelkop (2) moet zijn voorgespannen, d.w.z.
• de rode markering (11) op de knop (5) is gericht naar de witte
markering (12) op de kogelkop (2).
• de knop staat duidelijk zichtbaar weg van de kogelkop (2), zodat
er een luchtspleet (15) van minimaal 4 mm tussen de knop (5) en
de kogelkop (2) aanwezig is.
• de vergrendelingskogel (3) kan over de volle diameter in de
tap (10) van de koppelingskogel worden ingedrukt.
• de sleutel (7) steekt in het slot, de pijl op de sleutel (7) wijst naar
het symbool “Schloss offen” en de sleutel (7) kan niet uit het slot
worden getrokken.
Als de kogelkop (2) niet gespannen is, moet deze als volgt worden gespannen:
De kogelkop moet afgesloten zijn, d.w.z. de pijl op de sleutel (7) moet wijzen naar het symbool “Schloss
offen” op de knop (5).
De kogelkop (2) met de linkerhand vasthouden. Met de rechterhand de knop (5) in de pijlrichting a
uittrekken en aansluitend hierop in de aangetrokken stand tot aan de aanslag in de pijlrichting b draai-
en. De kogelkop (2) is dan gespannen.
Attentie!
Controleer voor het aanbrengen van de kogelkop altijd de opnamehuls (8) op vervuiling. Om een
goede vergrendeling van de kogelkop te kunnen waarborgen moeten verontreinigingen in de
opnamehuls (8) beslist worden verwijderd (zie 2.7 “Onderhoudstips”).
Attentie!
De kogelkop (2) kan alleen in de voorgespannen staat worden
gemonteerd.
Attentie!
Als de kogelkop (2) niet zoals boven beschreven is kan worden voorgespannen, mag u de
kogelkop (2) niet gebruiken. Neem contact op met uw dealer.