6.19.3 De padden bezitten slechts één kracht- en één intelligentiewaarde. Na de derde beurt krijgt de
spelfiguur uiteraard zijn kracht en intelligentie terug van voor de metamorfose. Alle kracht of
intelligentie die werden verzameld onder de vorm van een pad zijn evenwel voorgoed verloren.
6.19.4 Een pad moet niet met de dobbelsteen gooien om zich te verplaatsen, want bij elke beurt mag
hij slechts één vakje verplaatst worden.
6.19.5 Padden kunnen geen toverspreuken uitspreken. Wanneer de spelfiguur terug transformeert
naar zijn oorspronkelijke vorm, dan ontvangt hij terug zijn toverkracht.
6.19.6 Het aantal levenspunten van de pad is dit van de spelfiguur. Levenspunten die men verliest of
wint onder de vorm van een pad blijven ook na de metamorfose behouden.
6.19.7 De padden ondergaan de overige spelregels zoals de gewone spelfiguren en moeten ook de
avonturen van de vakjes ondergaan.
6.19.8 De pad bezit geen enkele speciale gave. De speciale gaven worden pas herwonnen nadat een
spelfiguur terug in zijn oorspronkelijke vorm werd getransformeerd.
6.20 De talisman en de uitrustingskaarten
6.20.1 Wanneer een speler een uitrustingsstuk of talisman aankoopt, dan ontvangt hij die kaart.
6.20.2 Deze kaarten zijn te vergelijken met de avonturenkaarten die gewone of magische voorwerpen
bevatten. Wel worden deze kaarten niet weggelegd op de aflegstapel avonturenkaarten, maar op de
stapel uitrustingskaarten. Op dat moment kunnen zij terug worden aangekocht. Wanneer er geen
uitrustingsstuk of talisman meer voorradig is, dan kan er op dat ogenblik niets worden aangekocht.
6.20.3 De aangekochte kaarten (zowel de uitrustingsstukken als de talisman) moeten, net zoals de
overige kaarten (met uitzondering van de toverkaarten), open liggen bij de speler. Opmerking :
uitrustings- en talismankaarten worden niet opgeteld bij het aantal voorwerpen waarover een speler
mag beschikken.
DE WINNAAR VAN HET SPEL
De winnaar is de speler die als laatste op het spelbord overblijft.