101 100
ITALIANO NEDERLANDS DEUTSCH FRANÇAIS
1
1
1AW B
1
2
3
4
1
2, 3
PROGRAMME AE
W .B/SHUTTER/IRIS
MF/VOL/JOG
MENU
MODE
SELECT
MNL
AU TO
PUSH
1
Aufnehmen mit natürlichen Farben
(Weiß abgleich)
Dieser Camerarecorder nimmt den Weiß abgleich automatisch
vor, damit die Bilder mit natü rlichen Farben aufgezeichnet
werden. Fü r gewisse Motive und Aufnahmesituationen
(l 168, 170) kann die automatische Wei ßabgleich-Funktion
jedoch nicht natü rliche Farben gewä hrleisten. In diesen Fällen
können Sie entweder einen der nachstehend beschriebenen
Preset-Modi (Innenaufnahme, Auß enaufnahme oder die
zuletzt manuell vorgenommene Weißabgleich-Einstellung)
wählen, oder den Wei ßabgleich manuell durchf ühren (l 102) .
1 Den Modus-Wahlschalter auf [MNL] stellen.
Die Anzeige [MNL] erscheint.
2 Den Regler [PUSH] drücken.
Die Anzeige [AWB] erscheint.
3 Den Regler [PUSH] drehen, um den
gewünschten Wei ßabgleich-Modus zu w ählen.
Die Modi wechseln in folgender Reihenfolge:
1 Automatischer Weißabgleich-Modus [AWB]
2 Zuletzt manuell vorgenommene Weißabgleich-
Einstellung (l 102) [1 ]
3 Auß enaufnahme-Modus [ z]
4 Innenaufnahme-Modus [ {]
(unter Glühlampen-Beleuchtung)
³Immer zuerst den Objektivdeckel abnehmen, bevor Sie den
Schalter [OFF/ON] auf [ON] stellen. Falls der Objektivdeckel
noch am Camerarecorder angebracht ist, wenn die Lampe
[CAMERA] leuchtet, ist der automatische Weiß abgleich u. U.
nicht präzise.
³Wenn Sie [EFFECT1] im Untermen ü [DIGITAL EFFECT] des
Hauptmenü s [CAMERA FUNCTIONS] auf [GAINUP]
eingestellt haben, oder wenn Sie [EFFECT2] auf [SEPIA]
oder [B/W] eingestellt haben, ist es nicht mö glich, die
gewä hlte Wei ß abgleich-Einstellung zu ä ndern.
Zurü ckschalten auf automatischen Wei ß abgleich
Den Regler [PUSH] drehen, bis die Anzeige [AWB] erscheint,
oder den Modus-Wahlschalter auf [AUTO] einstellen.
Enregistrement aux couleurs
naturelles
(Balance des blancs)
Ce camé scope rè gle automatiquement la balance des blancs afin
d’obtenir des enregistrements aux couleurs naturelles. Toutefois,
pour certains types de sujets et de conditions d’éclairage, il est
possible que ce mode de ré glage automatique de la balance des
blancs ne permette pas d’ obtenir des couleurs naturelles (l
168,
170)
. Dans ces cas, il est possible de sé lectionner l’ un des trois
modes pré programmé s mentionné s ci-aprè s (inté rieur, plein air,
ou le ré glage de balance des blancs ré glé en dernier), ou l’ on peut
régler manuellement la balance des blancs (l 102) .
1 Mettre l’ interrupteur de sé lection de mode sur
[MNL].
L’indication [MNL] appara ît.
2 Appuyer sur la molette [PUSH].
L’indication [AWB] appara ît.
3 Tourner la molette [PUSH] pour sé lectionner le
mode de la balance des blancs voulu.
Les modes apparaissent dans l’ ordre suivant:
1 Réglage automatique de la balance des blancs [AWB]
2 Réglage de balance des blancs r égl é en dernier
(l 102) [1 ]
3 Mode plein air [ z]
4 Mode inté rieur [ {]
(enregistrement sous lampe incandescente)
³Veiller à retirer le capuchon d ’ objectif avant de mettre
l’interrupteur [OFF/ON] sur [ON]. Si le capuchon d ’objectif
est toujours fixé à l ’ objectif lorsque le té moin [CAMERA] est
allumé , il est possible que le r é glage automatique de la
balance des blancs soit imprécis.
³Si l ’on a r égl é l’é lément [EFFECT1] du sous-menu [DIGITAL
EFFECT] du menu principal [CAMERA FUNCTIONS] sur
[GAINUP], ou l’élé ment [EFFECT2] sur [SEPIA] ou [B/W], il
n’est pas possible de changer le mode de balance des
blancs.
Retour au mode ré glage automatique de la balance
des blancs
Tourner la molette [PUSH] jusqu’à ce que l’ indication [AWB]
apparaisse. Ou encore, mettre l’ interrupteur de sé lection de
mode sur [AUTO].
Riprese con colori fedeli
(Bilanciamento del bianco)
Questa movie effettua automaticamente la regolazione del
Bilanciamento del bianco, per darvi la certezza che le
immagini vengano riprese con la massima fedeltà dei colori.
Con alcuni tipi di soggetti e in determinate condizioni di
ripresa, il modo automatico potrebbe non essere in grado di
garantire colori fedeli (l 169, 171) . In questi casi, potete
selezionare uno dei tre modi indicati nel paragrafo che segue
(Interni, Esterni Ultima impostazione manuale effettuata),
oppure potete ricorrere alla regolazione manuale del
Bilanciamento del bianco. (l 103)
1 Impostate su [MNL] il selettore del modo di
ripresa.
Apparirà l ’ indicazione [MNL].
2 Premete la ghiera [PUSH].
Appare l’ indicazione [AWB].
3 Girate la ghiera [PUSH] per selezionare il modo
di bilanciamento del bianco.
Le modalità cambiano con l’ ordine seguente:
1 Bilanciamento del bianco automatico [AWB]
2 Ultima impostazione manuale effettuata (l 103) [ 1]
3 Modo Esterni [ z]
4 Modo Interni [ {]
(per riprese con lampada a incandescenza)
³
Ricordate di togliere il copri-obiettivo prima di mettere su
[ON] l’ interruttore di accensione [OFF/ON]. Se il copri-
obiettivo è ancora inserito al momento dell ’ accensione, la
regolazione automatica del bilanciamento del bianco
potrebbe non essere precisa.
³Se avete impostato su [GAINUP] la funzione [EFFECT1] del
sottomenu [DIGITAL EFFECT] sul menu principale [CAMERA
FUNCTIONS], o se avete impostato su [B/W] o [SEPIA] la
funzione [EFFECT2], non sarà possibile modificare la modalità
di bilanciamento del bianco.
Per tornare al Bilanciamento del bianco automatico
Girate la manopola [PUSH] finché non appare l’indicazione
[AWB]. Oppure, posizionate l’ interruttore di selezione modo su
[AUTO].
Opnemen met natuurlijke kleuren
(handmatige witbalansinstellingfuncties)
Deze camerarecorder stelt de witbalans automatisch in zodat
u ervan verzekerd bent dat de beelden met natuurlijke kleuren
worden opgenomen. Voor bepaalde soorten onderwerpen en
opname-omstandigheden, echter, is het mogelijk dat deze
automatische witbalansinstelling niet in staat is natuurlijke
kleuren te garanderen (l 169, 171) .
In dergelijke gevallen kunt u éé n van de drie hieronder
beschreven witbalansinstellingsfuncties (de
binnenshuisfunctie, de buitenshuisfunctie of de laatste
handmatig ingestelde witbalansinstelling) kiezen, of u kunt de
witbalans handmatig instellen (l 103) .
1 Zet de functiekeuzeschakelaar in de stand
[MNL].
De [MNL] indicatie wordt afgebeeld.
2 Druk de [PUSH] keuzeschijf in.
De [AWB] indicatie wordt afgebeeld.
3 Draai de [PUSH] keuzeschijf om de gewenste
witbalansinstellingsfunctie te kiezen.
De witbalansinstellingfuncties veranderen in de
onderstaande volgorde:
1 Automatische witbalansinstelling [AWB]
2 Laatste handmatig ingestelde witbalansinstelling
(l 103) [ 1]
3 Buitenshuisfunctie [ z]
4 Binnenshuisfunctie [ {]
(opnemen onder gloeilampbelichting)
³
Zorg ervoor dat u de lensdop eraf haalt voordat u de [OFF/
ON] schakelaar op [ON] zet. Als de lensdop nog op de lens
zit wanneer het [CAMERA] lampje aan gaat, is het mogelijk
dat de automatische witbalansinstelling niet juist is.
³Wanneer u het item [EFFECT1] op het [DIGITAL EFFECT]
submenu van het [CAMERA FUNCTIONS] hoofdmenu hebt
ingesteld op [GAINUP], of het item [EFFECT2] hebt ingesteld op
[SEPIA] of [B/W], is het niet mogelijk de
witbalansinstellingsfunctie te veranderen.
Terugkeren naar de automatische
witbalansinstelling
Draai de [PUSH] keuzeschijf totdat de [AWB] indicatie wordt
afgebeeld, of zet de functiekeuzeschakelaar in de stand
[AUTO].