104 NL/BE
zLassen in nauwe ruimtes
Bij het lassen in nauwe ruimtes kan een risico door toxische gassen
(verstikkingsgevaar) ontstaan.
In nauwe ruimtes mag alleen worden gelast, wanneer er geïnstru-
eerde personen in de onmiddellijke nabijheid aanwezig zijn, die
in geval van nood kunnen ingrijpen. Hier dient voor het begin
van het lasproces een analyse door een deskundige te worden
uitgevoerd om te bepalen welke stappen noodzakelijk zijn om de
veiligheid van het werk te waarborgen en welke voorzorgsmaatre-
gelen dienen te worden genomen tijdens het feitelijke lasproces.
zOptellen van nullastspanningen
Wanneer meer dan één lasstroombron tegelijkertijd in werking is,
kunnen de nullastspanningen ervan worden opgeteld en tot een
verhoogd elektrisch risico leiden. Lasstroombronnen moeten zo
worden aangesloten dat dit risico tot een minimum wordt beperkt.
De individuele lasstroombronnen, met hun aparte besturingen en
aansluitingen, moeten duidelijk worden gemarkeerd, zodat herken-
baar is wat bij welk lasstroomcircuit hoort.
zBeschermende kleding
Tijdens de werkzaamheden moet de lasser over heel zijn lichaam
beschermd zijn tegen straling en verbranding door de juiste kleding
en gezichtsbescherming. De volgende stappen dienen in acht te
worden genomen:
–Trek vóór de laswerkzaamheden de beschermende kleding aan.
–Trek handschoenen aan.
–Gebruik ramen of een ventilator om de luchttoevoer te garanderen.
–Draag een veiligheidsbril en mondbescherming.
Aan beide handen moeten kaphandschoenen van een geschikt
materiaal (leer) worden gedragen. Deze moeten in een perfecte
staat zijn.
Om de kleding te beschermen tegen rondvliegende vonken en
verbranding dienen geschikte schorten te worden gedragen.
Wanneer de aard van de werkzaamheden, bijv. lassen boven het
hoofd, dat vereist, moet een beschermend pak worden gedragen
en, indien nodig, ook een hoofdbescherming.
BESCHERMING TEGEN STRALEN EN VERBRANDINGEN
Wijs op de werkplek met een affiche “Voorzichtig! Niet in de
vlammen kijken!” op het risico voor de ogen. De werkplekken