4
ZICHT
78
LICHTSCHAKELAAR
Met de lichtschakelaar kunt u de ver-
lichting van de auto selecteren en in-
schakelen.
Handbediende functies
De lichtschakelaar bestaat uit de ring A
en de hendel B.
A. ring voor de selectie van de stand
van de hoofdverlichting:
Uitvoering zonder AUTO
Uitvoering met AUTO
uit,
alleen parkeerlicht,
dimlicht of grootlicht,
B. trek de hendel naar u toe om over
te schakelen van dim- naar groot-
licht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of
alleen de parkeerlichten zijn ingescha-
keld, kunt u een lichtsignaal geven door
de hendel naar u toe te trekken.
automatische verlichting.
Verklikkerlampjes
Een verklikkerlampje op het instrumen-
tenpaneel geeft aan dat de geselecteer-
de verlichting is ingeschakeld.
Hoofdverlichting
De lichtschakelaar heeft verschillende
standen om de zichtbaarheid van de
auto en het zicht van de bestuurder aan
te passen aan de omgeving:
- parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht zon-
der medeweggebruikers te verblinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht op
wegen waar het omgevingslicht on-
voldoende is.
Aanvullende verlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende ver-
lichting voor specifieke rijomstandigheden:
- mistachterlicht: voor een optimale
zichtbaarheid van achteren als het
zicht minder dan 50 m is,
- mistlampen vóór: voor extra zicht bij
slecht weer,
- bochtverlichting voor een optimaal
zicht in bochten.
Instellingen
Het verlichtingssysteem van uw auto
heeft verschillende extra automatische
functies die afzonderlijk kunnen worden
ingesteld:
- follow me home verlichting,
- automatische verlichting,
- bochtverlichting.