4
!
i
ZICHT
79
Uitvoering met mistachterlicht
Uitvoering met mistlampen vóór en
mistachterlicht
mistlampen vóór en mistach-
terlicht
mistachterlicht
C. ring voor de selectie van de mist-
verlichting.
De mistverlichting kan worden ingescha-
keld in combinatie met dim- en grootlicht.
Draai de ring C naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen.
Wanneer de verlichting automatisch
wordt uitgeschakeld (in de stand AUTO),
blijven het mistachterlicht en de dimlich-
ten branden.
Draai de ring C naar achteren om
alle lichten uit te schakelen.
Draai de ring C naar voren om de
mistverlichting in te schakelen.
Draai de ring C twee keer naar
achteren om het mistachterlicht uit
te schakelen.
Wanneer de verlichting automatisch
wordt uitgeschakeld (in de stand AUTO)
of het dimlicht handmatig wordt uitge-
schakeld, blijven de mistverlichting en
de parkeerlichten branden.
Draai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen. De
parkeerlichten worden automatisch
uitgeschakeld.
Vergeet niet de mistlampen uit te
zetten zodra het niet meer nodig is.
Bij helder weer zijn de mistlampen
verblindend voor medeweggebrui-
kers en daarom niet toegestaan.
Vergeten verlichting
Als het contact is afgezet en één
van de voorportieren wordt ge-
opend, klinkt een geluidssignaal
om aan te geven dat de verlichting
nog brandt.
Het geluidssignaal stopt zodra de
verlichting wordt uitgeschakeld.
Motorvoertuigverlichting overdag*
Bij auto’s met motorvoertuigverlichting
overdag wordt bij het starten van de auto
automatisch het dimlicht ingeschakeld.
* Volgens land van bestemming.
Op het instrumentenpaneel
gaat dit verklikkerlampje bran-
den.
De dashboardverlichting (inclusief de verlichting
van het instrumentenpaneel, het multifunctionele
display, het bedieningspaneel van de airconditio-
ning, ...) gaat niet branden, tenzij de automati-
sche verlichting wordt ingeschakeld of de ver-
lichting handmatig wordt ingeschakeld.