3 Wanneer een verkeersbericht wordt
ontvangen, kunt u het volume ervan rege-
len door aan SRC/OFF te draaien.
Het ingestelde volume wordt in het geheugen
opgeslagen en opnieuw gebruikt voor vol-
gende verkeersberichten.
4 Als u een binnenkomend verkeersbe-
richt wilt annuleren, druk u op TA/AF.
De tuner keert terug naar de oorspronkelijke
signaalbron en blijft in de stand-bymodus tot-
dat u nogmaals op TA/AF drukt.
Functie-instellingen
% Druk op FUNC om de functie te selecte-
ren.
Nadat u de functie geselecteerd hebt, stelt u
deze als volgt in.
! Als de MW/LW-band is geselecteerd, zijn al-
leen BSM en LOCAL beschikbaar.
BSM (geheugen voor de sterkste zenders)
Met de functie BSM (Best Stations Memory) kunt u
automatisch de zes sterkste zenders in het geheugen
opslaan. Deze worden opgeslagen in volgorde van
signaalsterkte.
Het is mogelijk dat de via BSM opgeslagen zenders
de zenders vervangen die u zelf hebt opgeslagen
onder de toetsen 1 t/m 6.
1 Druk op a om de functie BSM in te schakelen.
De zes sterkste zenders worden opgeslagen in
volgorde van signaalsterkte.
Druk op b om het opslaan te annuleren.
REG (regionaal)
Als de functie AF is ingeschakeld, kan de regionale
functie gebruikt worden om het zoeken tot regionale
programma’s te beperken.
1 Druk op a of b om de regionale functie in of uit
te schakelen.
LOCAL (automatisch afstemmen op lokale zenders)
Als deze functie is ingeschakeld, stemt het toestel al-
leen af op zenders waarvan het signaal voldoende
sterk is voor een goede ontvangst.
1 Druk op a of b om de functie automatisch af-
stemmen op lokale zenders in of uit te schakelen.
2 Druk op c of d om de gevoeligheid in te stellen.
FM: LOCAL 1—LOCAL 2—LOCAL 3—LOCAL 4
MW/LW: LOCAL 1—LOCAL 2
Als u het hoogste niveau selecteert, wordt alleen
afgestemd op de sterkste zenders. Bij lagere ni-
veaus wordt ook afgestemd op zwakkere zenders.
TA (stand-by voor verkeersberichten)
1 Druk op a of b om de functie Stand-by voor ver-
keersberichten in of uit te schakelen.
AF (alternatieve frequenties zoeken)
1 Druk op a of b om de AF-functie in of uit te scha-
kelen.
Cd
Basisbediening
Een cd/cd-r/cd-rw afspelen
1 Plaats een disc met het etiket omhoog in de laad-
sleuf.
Een cd/cd-r/cd-rw uitwerpen
1 Druk op h.
Een map selecteren
1 Druk op a of b.
Een fragment selecteren
1 Druk op c of d.
Vooruit of achteruit spoelen
1 Houd c of d ingedrukt.
Als u gecomprimeerde audio afspeelt, hoort u
geen geluid bij vooruit- en achteruitspoelen.
Overschakelen tussen gecomprimeerde audio en cd-
da
1 Druk op B (BAND/ESC).
Nl
90
Hoofdstuk
02
Bediening van het toestel
Tekstinformatie weergeven
De gewenste informatie selecteren
1 Druk op D (DISP/SCRL).
Tekstinformatie over het display schuiven
1 Houd D (DISP/SCRL) ingedrukt.
Opmerkingen
! Afhankelijk van het mediabestandstype en de
versie van iTunes waarmee de MP3-bestanden
op de disc zijn opgenomen, kan het voorko-
men dat incompatibele tekst bij een audiobe-
stand niet goed worden weergegeven.
! Welke tekstinformatie gebruikt kan worden,
hangt af van de informatiedrager.
Functie-instellingen
% Druk op FUNC om de functie te selecte-
ren.
Nadat u de functie geselecteerd hebt, stelt u
deze als volgt in.
RPT (herhaalde weergave)
1 Druk op c of d en selecteer het gewenste her-
haalbereik.
DSC – Alle fragmenten herhalen
TRK – Het huidige fragment herhalen
FLD – De huidige map herhalen
RDM (willekeurige weergave)
1 Druk op a of b om de functie willekeurige weer-
gave in of uit te schakelen.
Als willekeurige weergave is ingeschakeld, ver-
schijnt RDM in het display.
Als u de willekeurige weergave inschakelt tijdens
map herhalen, verschijnt FRDM op het display.
SCAN (scanweergave)
De functie Scanweergave zoekt naar een fragment
binnen het gesele cteerde herhaalbereik.
1 Druk op a om de scanweergave in te schakelen.
Als u de scanweergave inschakelt tijdens FLD,
verschijnt FSCN in het display.
2 Als u het gewenste fragment hebt gevonden,
drukt u op b om de scanweergave uit te schake-
len.
Als het display automatisch naar het weergavedis-
play is teruggekeerd, selecteert u SCAN opnieuw
door op FUNC te drukken.
Als het scannen van de disc (map) is voltooid,
wordt de normale weergave van de fragmenten
hervat.
PAUSE (pauze)
1 Druk op a of b om het afspelen te onderbreken
(pauze) of te hervatten.
SRTRV (sound retriever)
Verbetert automatisch de weergave van gecompri-
meerde audio en zorgt voor een vol geluid.
1 Druk op a of b en selecteer de gewenste instel-
ling.
OFF (uit)—1—2
1 heeft effect bij lagere compressie en 2 heeft ef-
fect bij hogere compressie.
FF/REV (vooruit en achteruit spoelen)
U kunt bij de zoekmethode kiezen tussen vooruit- en
achteruitspoelen en elk 10e fragment zoeken. Als u
ROUGH selecteert, kunt u ieder 10e fragment zoeken.
1 Druk op d en selecteer ROUGH.
FF/REV – Vooruit of achteruit spoelen
ROUGH – Elk 10e fragment zoeken
Druk op c om FF/REV te selecteren.
2 Druk op B (BAND/ESC) om terug te keren naar
het weergavedisplay.
3 Houd c of d ingedrukt om elk 10e fragment op
een disc (in een map) te zoeken.
Als het resterende aantal fragmenten minder is
dan 10, houdt u c of d ingedrukt om naar het
eerste (laatste) fragment te gaan.
Nl
91
Hoofdstuk
Nederlands
02
Bediening van het toestel