43
Geluidsregeling
Instellen van de subwoofer (Sub-W2)
Wanneer de subwooferuitgang is ingeschakeld (ON) kunt u de drempelfrequentie en het
uitgangsniveau van de subwoofer instellen.
Opmerking:
• U kunt de instelfunctie voor de subwoofer uitsluitend kiezen wanneer de subwooferuitgang is
ingeschakeld met de subwoofer ON/OFF functie.
Uitgangssignaal zonder Fade (NonFad)
Wanneer de functie voor uitgangssignalen zonder fade (Non Fading Output instelling ON)
aan staat, gaat het audiosignaal niet door het Low-pass filter van dit toestel (voor de
Subwoofer), maar wordt direct via de RCA aansluiting (tulpstekker) naar buiten gebracht.
Opmerking:
• Wanneer de Real Subwoofer instelling op “S.W Control:EXT” staat, kunt u de functie voor
uitgangssignalen zonder fade aan of uit schakelen. (Zie blz. 52.)
2. Schakel de functie voor
uitgangssignalen zonder fade aan
of uit met de 5/∞ toetsen.
1. Druk op de AUDIO toets en kies de functie voor uitgangssignalen zonder
fade ON/OFF (NonFad) van het audiomenu.
3. Verhoog of verlaag het
uitgangsniveau met de 5/∞
toetsen.
“+6” – “–6” wordt op het display
getoond.
2. Stel 50 Hz, 80 Hz of 125 Hz
voor de frequentie in met de
2/3 toetsen.
1. Druk op de AUDIO toets en kies de functie voor het maken van instellingen
voor de subwoofer (Sub-W2) van het audiomenu.