11
3. Voer uw gegevens in.
Er zijn 4 verschillende lichaamstypes en de computer kan
voor elk 4 verschillende proelen genereren. Druk op de
toets MODE om HEIGHT (lengte), WEIGHT (gewicht),
AGE (leeftijd) en GENDER (geslacht) te selecteren. Druk
vervolgens op de toets UP of DOWN om de waarden
in te stellen. Nadat u op de toets START/STOP hebt
gedrukt om uw lichaamsvet te berekenen, moet u ook
de hartslagdetector correct aanbrengen. Als de detector
geen signalen oppikt, verschijnt de foutmelding Err op het
proeldisplay. Druk als dit gebeurt op de toets START/
STOP om de berekening opnieuw te starten. Vervolgens
wordt het proel op het display weergegeven.
Er zijn 9 lichaamstypes volgens het berekende
percentage vet (FAT%).
Type 1 gaat van 5% tot 9%.
Type 2 gaat van 10% tot 14%.
Type 3 gaat van 15% tot 19%.
Type 4 gaat van 20% tot 24%.
Type 5 gaat van 25% tot 29%.
Type 6 gaat van 30% tot 34%.
Type 7 gaat van 35% tot 39%.
Type 8 gaat van 40% tot 44%.
Type 9 gaat van 45% tot 50%.
BMR: Basal Metabolism Ratio (metabolisme).
BMI: Body Mass Index.
Druk op de toets START/STOP om terug te keren naar
het hoofddisplay.
HARTSLAGCONTROLEPROGRAMMA'S:
1. Schakel de console in.
De console inschakelen gebeurt door op een willekeurige
toets van de console te drukken of door gewoon te
beginnen met trappen.
2. Selecteer uw vooraf ingestelde programma.
Druk op de toets UP en DOWN om het
hartslagprogramma te selecteren. Wacht tot het woord
PROGRAM begint te knipperen. Druk op de toets MODE
om te bevestigen.
Elk programma komt overeen met een speciek doel:
Met P15 bepaalt u zelf uw doelhartslag
P18 komt overeen met 60% van de maximale
doelhartslag (HRC)
P19 komt overeen met 75% van de maximale
doelhartslag (HRC)
P20 komt overeen met 85% van de maximale
doelhartslag (HRC)
De hartslagsturing wordt als volgt berekend: 220 - uw
leeftijd. Bijvoorbeeld, voor iemand van 35 jaar:
220-35 = 185 slagen/min.
3. Uw gegevens invoeren
AGE (leeftijd) knippert. Druk op de toets UP en DOWN
om uw leeftijd te selecteren en druk daarna op de toets
UP en DOWN om uw doel te selecteren. Druk vervolgens
op MODE om te bevestigen.
Stel op dezelfde manier TIME (tijd), DISTANCE (afstand)
en CALORIES (calorieën) in.
Druk tot slot op START/STOP om te starten.
4. Wijzig de trapweerstand indien gewenst.
Tijdens het trappen kunt u de weerstand van de pedalen
wijzigen door op de toetsen voor weerstandsverhoging en
-verlaging te drukken. Er zijn tien weerstandsniveaus.
Opmerking: Na het drukken op de toetsen duurt het even
voordat de pedalen het geselecteerde weerstandsniveau
bereiken.
5. Wanneer u klaar bent met oefenen, wordt de console
automatisch uitgeschakeld.
Als de pedalen enkele seconden lang niet bewegen,
begint de tijd op het display te knipperen en gaat de
console in de pauzestand. Als de pedalen enkele minuten
lang niet bewegen, wordt de console uitgeschakeld en
wordt het display teruggesteld.
GEBRUIKERSPROGRAMMA'S:
1. Schakel de console in.
De console inschakelen gebeurt door op een willekeurige
toets van de console te drukken of door gewoon te
beginnen met trappen.
2. Selecteer uw vooraf ingestelde programma.
Druk op de toets UP en DOWN om het programma
(U1 t/m U4) te selecteren. Wacht tot het woord
PROGRAM begint te knipperen. Druk op de toets MODE
om te bevestigen.
3. Voer uw gegevens in.
Gebruikers kunnen de waarden bewerken in de volgorde
TIME (tijd), DISTANCE (afstand), CAL (calorieën), AGE
(leeftijd) en kiezen uit 10 weerstandsniveaus. De waarden
en proelen worden in het geheugen opgeslagen nadat
ze zijn ingesteld.
Dit doet u als volgt: wanneer het programma is
geselecteerd en u de toets MODE 3 seconden lang
ingedrukt houdt, knippert de eerste kolom en kunt u uw
proel aanmaken met de toets UP en DOWN. Druk op
MODE om te bevestigen. U gaat nu naar de 2de kolom.
Houd de toets MODE opnieuw 3 seconden lang ingedrukt
om het niveau van de kolom in te stellen. Doe hetzelfde
als hierboven voor de 10 kolommen. Druk tot slot op de
toets START/STOP om te starten.
4. Wijzig de trapweerstand indien gewenst.
Tijdens het trappen kunt u de weerstand van de pedalen
wijzigen door op de toetsen voor weerstandsverhoging
en -verlaging te drukken. Er zijn tien weerstandsniveaus.
Opmerking: Na het drukken op de toetsen duurt het even
voordat de pedalen het geselecteerde weerstandsniveau
bereiken.
Als de pedalen enkele seconden lang niet bewegen,
verschijnt het woord STOP op het display en gaat de
console in de pauzestand. De console is voorzien
van een automatische uitschakeling. Als de pedalen
gedurende enkele minuten niet bewegen en de toetsen
van de console niet worden ingedrukt, wordt de console
automatisch uitgeschakeld om de batterijen te sparen.