INSTRUCTIONS MANU
5.3 Tijd instellen
Druk op de MODE-toets tot het symbool van een klok in de display verschijnt. Houd
de MODE-toets ca. 8 seconden ingedrukt, tot de uurweer
drukken op de MODE-toets wordt de waarde met één cijfer verhoogd. Daarna houdt
u de MODE-toets ca. 3 seconden ingedrukt en dan begint de minutenweergave te
knipperen. Ga te werk zoals bij het instellen van de uren tot de tijd volledig ingesteld
is. Als de tijd volledig ingesteld is, drukt u ca. 8 seconden op de MODE-toets. De
instellingen zijn nu be
ё
indigd en de fi
5.4 Fietscomputer controleren
Om te controleren of de fi
u op de MODE-toets om de weergave te activeren. Bevestig de computer in de
computerhouder en draai aan het voor
weergegeven.
5.5 Herst
Ingevoerde en opgeslagen gegevens kunnen worden gereset door de MODE-toets in
te drukken tot de weergave ODO verschijnt. Houd nu de MODE-toets ca. 6 seconden
ingedrukt; dan kunt u opnieuw beginnen in te stellen (zie punt 5.1).
5.6 Automatische star
De fi
opnieuw ingeschakeld worden. Als u wegrijdt, worden alle metingen automatisch
gestar
modus als het wiel langer dan ca. 10 minuten niet bewogen wordt.
6. MODI/FUNCTIES
Na ingebruikneming van de fi
weergegeven.
Snelheid: wordt tijdens het rijden doorlopend berekend en bijgewerkt, en wordt
bovenaan rechts op de display weergegeven. Meetbereik: 0,
Druk op de MODE-toets om tussen de volgende modi te wisselen:
• ODO (totale aantal kilometers):
Alle afgelegde kilometer
Maximale opslagbereik: 9999,9
• MAX (maximale snelheid):
De maximaal bereikte snelheid w
Maximale meetbereik: 99,9
• AVG (gemiddelde snelheid):
Maximaal meetbereik: 99,9. Het symbool „ERR“ v
dan 1
• Symbool van een klok (tijd)
• SCAN
Scr
SCAN-modus SCAN verschijnt op de display
functies (DST
ca. 4 seconden na elkaar w
• TM (ritduur / tourtijdmeter):
A
• DST
A
6.
(DST, TM, AV
Druk op de MODE-toets om (DST) weer te geven. Druk opnieuw op de MODE-
toets en houd hem ongeveer 3 seconden ingedrukt. De vier gegevens van de rit
(dagkilometers, ritduur, gemiddelde snelheid en maximale snelheid) worden op
nul teruggezet.
7
7
Schroef met een muntstuk het deksel van het batterijvak onderaan de fi
los. Plaats de batterij zodanig, dat de pluspool (+) zichtbaar is. Deksel terugplaatsen
en dichtdraaien. Na het plaatsen van de batterijen moeten alle instellingen opnieuw
ingevoerd worden (zie punt 5.2, Bandomtrek instellen).
10. GARANTIEBEP
Fietscomputer art.-nr.: 0526
Op deze fi
aankoopdatum (kassabon, aankoopbewijs). Tijdens de garantieperiode kunnen
klachten over defecte fi
staand ser
aan materiaal- en werkingsfouten te wijten zijn. Batterijen, foutieve behandelingen,
val, stoten e.d. worden niet gedekt door de garantie. Met de reparatie of ver
van het apparaat begint geen nieuwe garantieperiode. De garantieper
jaar vanaf de aankoopdatum blijft gehandhaafd. Na afl
hebt u eveneens de mogelijkheid om de defecte fi
onderstaand adres te s
zijn niet gratis. Na een telefonische afspraak stuur
voldoende gefrankeerde fi
Prophete GmbH u. Co. KG
Lindenstrasse 50
D-33378 Rheda-Wiedenbrück
Tel: +49 (0) 5242 4
Fax: +49 (0) 52
E-mailadres: service@prophete.net
Website: www.prophete.de
5. INGEBRUIKNEMING
We raden aan om de gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen voordat u de
fi
5.
Voor het eerste gebruik van de fi
worden. Plaats de batterij, zoals onder punt 7 beschreven. Als de batterij al
geplaatst is, of als u instellingen wilt veranderen, druk dan op de Reset-toets van de
computer. De LCD-segmenten worden automatisch getest. Druk op de MODE-toets
om de test te beёindigen. Vervolgens knipper
ingedrukt tot het eerste cijfer voor de instelling van de bandomvang knipper
tabel 5.2) Door kort indr
beneden veranderen. Als het juiste cijfer verschijnt, stopt u de MODE-toets en begint
het volgende cijfer te knipperen. Herhaal dit zo vaak, tot alle cijfers juist ingesteld
zijn. Nu hebt u nog de mogelijkheid om kilometer of mijl in te stellen. Door kort op
de MODE-toets te drukken kunt u op mijlen overschakelen. Houd de MODE-toets 3
seconden ingedrukt en de instelling wordt opgeslagen.
5.2 Bandomtrek instellen
Na het opnieuw plaatsen van de batterij (7
punt 5.1
Bandomtrek bepalen: Markeer de voorband en de grond op dezelfde plaats, of richt
uw aandacht op het ventiel. Beweeg het wiel één bandomwenteling vooruit en meet
de afgelegde afstand in cm. Dit is de waarde die u moet
invoeren. Of oriёnteer u aan de hand van de volgende tabel.
8. CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij wordt verklaard dat het beschreven product voldoet aan de basisbepalingen
van de volgende Europese richtlijnen.
2004/108/EG EMV-richtlijn
Richtlijn van het Europese Parlement en de Raad van 15.
2006/95/EG Laagspanningsrichtlijn
Richtlijn van het Europese Parlement en de Raad van 12.
De overeenstemming van het product met de richtlijnen wordt bewezen door de
volledige naleving van de geharmoniseerde en niet geharmoniseerde normen.
½
9.
Als een storing optreedt, moet u eers
verdere stappen onderneemt m.b.t. de fi
Geen snelheidsaanduiding
• Controleren of magneet/sensor correct afgesteld st
• Batterij
• Als de batterij te zwak is, is er geen weergave
Foutieve snelheidsmeting of snelheidsweergave bij stilstand of te hoge maximale
snelheidsweergave
• Controleren of bandomtrek juist ingesteld is
• Controleren of km/mijl-instelling juist gekozen werd
• Controleren of magneet en sensor juist gepositioneerd zijn
• Onbekende atmosferische of radiostoringen, atmosfer
interferenties, hoogspanningsleidingen, baantracés enz. kunnen eveneens
leiden tot een v
Display is zwart
Te hoge temperatuur of display wordt aan direct zonlicht blootgesteld; wordt weer
normaal bij afkoeling.
Display geeft onregelmatige getallen weer
Batterij van fi
Geen displayweergave
• Batterij
• Batterij correct geplaatst? +/- in acht nemen.
FIETSCOMPUTER
GEBRUIKSAANWIJZING
Art. Nr.: 0526 | 8 F
0526_layout_nl.indd 10526_layout_nl.indd 1 10.08.2011 8:29:28 Uhr10.08.2011 8:29:28 Uhr
