9
BELANGRIJK: WELKE GEBRUIKSAPPARATEN MOGEN
AANGESLOTEN WORDEN?
Aan de contactdoos (model GT-FSI-08)
Aan de contactdoos kunnen apparaten met een
bedrijfsspanning (nominaal) van 230 V~, 50 Hz, 16 A (max.
schakelvermogen: 3680 W, cos φ1) aangesloten worden.
INSTALLATIE VAN DE CONTACTDOZEN
• Steek een van de radiocontactdozen in het
wandstopcontact dat u daarvoor bedoeld hebt, en
steek vervolgens een verbruiker (bijv. een lamp) in de
radiocontactdoos.
• Schakel de verbruiker in, en druk vervolgens kort op de
toets
op de radiocontactdoos.
• Als u de toets opnieuw kort indrukt, wordt het
verbruiksapparaat weer uitgeschakeld.
Als de radiocontactdoos na een zeer korte gebruiksduur
al weer uit het stopcontact wordt verwijderd, kan de
programmering verloren gaan en moet deze herhaald
worden. Bij normaal bedrijf blijft de programmering bij
afkoppeling van het net blijvend behouden
CONTROLELAMPJE OP DE CONTACTDOOS
• Het controlelampje (diode) licht op, als de contactdoos
is ingeschakeld.
• Het controlelampje is uit, als de contactdoos
uitgeschakeld is.