10
TOEWIJZEN VAN DE KANALEN AAN DE CONTACTDOZEN
• De afstandsbediening is voorzien van 4 kanalen. U kunt
aan elke radiocontactdoos een eigen kanaal toewijzen, of
u kunt een kanaal voor verscheidene radiocontactdozen
gebruiken, om deze tegelijkertijd in- of uit te schakelen.
• Om een kanaal aan een radiocontactdoos toe te
wijzen, drukt u op de toets
op de betre ende
radiocontactdoos en houdt deze ongeveer 2 seconden
ingedrukt. Laat de toets los, de led-weergave knippert
dan ongeveer 10 seconden. In deze tijd kunt u op de
afstandsbediening op de toets I drukken van het kanaal,
dat u aan deze radiocontactdoos wilt toewijzen.
• Zo gauw het kanaal is toegewezen, wordt de verbruiker
aan de betre ende radiocontactdoos ingeschakeld, en
gaat het controlelampje op de radiocontactdoos branden.
• Om te controleren of de toewijzing functioneert drukt U
de met het kanaal overeenkomende toetsen I en in.
• In geval de contactdoos niet reageert herhaalt U
de toewijzingsprocedure. Als de toets niet
functioneert, is het geheugen vol. Wis de aanwezige
codering in de radiocontactdoos. Druk de toets
langer dan 6 seconden in, tot de led-weergave begint te
knipperen. Alle coderingen worden nu gewist.
• Herhaalt U nu de procedure voor de andere contactdozen
die U wilt gebruiken.
Aanwijzing:
De programmering van de radiocontactdozen blijft
ook na de afkoppeling van het net continu behouden.
Ook blijft de programmering in de afstandsbediening
behouden, als er geen batterij is ingelegd.