7 8
INBEDRIJFSTELLING
INSTALLATIE VAN DE CONTACTDOZEN
• Druk bij de eerste ingebruikname van de contactdozen op de
RESET-knop in het batterijvak
• Steek de draadloze contactdoos in het stopcontact dat U hier-
voor gekozen hebt en steek vervolgens een verbruiksapparaat
(bijv. een lamp) in en druk daarna op de toets ON/OFF op de
contactdoos.
• Als U de toets ON/OFF of opnieuw indrukt, wordt het aan-
gesloten apparaat weer uitgeschakeld.
• Als u de toets ON/OFF opnieuw kort indrukt, wordt het ver-
bruiksapparaat weer uitgeschakeld.
Als de radiocontactdoos na een zeer korte bedrijfsduur al
weer uit het stopcontact verwijderd wordt, kan de program-
mering verloren gaan en moet deze herhaald worden. In het
normale bedrijf kan de programmering bij afkoppeling van het
net ca. 1 uur worden opgeslagen.
CONTROLELAMPJE OP DE CONTACTDOOS
• Het controlelampje (diode) licht op, als de contactdoos is
ingeschakeld.
• Het controlelampje is uit, als de contactdoos uitgeschakeld is.
Tip:
Door gebruik van de toets NEW CODE worden de code-instellingen
van de fabriek gewist en wordt er een willekeurige nieuwe code
aangemaakt.
Dit vermindert de waarschijnlijkheid van overlappingen van de
radiosignalen van de afstandsbediening met andere apparaten.
INBEDRIJFSTELLING
INZETTEN / VERVANGEN VAN DE BATTERIJEN
• Verwijder het batterijvakdeksel aan de achterkant van de
afstandsbediening door deze eenvoudig weg te schuiven.
• Leg 2 batterijen van het type R03/LR03/AAA/Micro in het
batterijvak. Let daarbij op de juiste polariteit (zie figuur)
• Schuif het batterijvakdeksel weer dicht en druk op een wil-
lekeurige toets van de afstandsbediening. Als de batterijen
juist zijn ingelegd, moet bij iedere toetsdruk de controle-LED
oplichten.
• Als de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt
wordt, moet U de batterijen er uit nemen, om lekken te voor-
komen.
Let op:
Bij beëindiging van de levensduur van de batterijen mogen
deze niet bij het huishoudelijk afval gedaan worden. Breng uit-
gewerkte batterijen terug naar de vakhandel, of werp deze in
de daarvoor bestemde containers bij de supermarkt of andere
winkels.
BELANGRIJK: WELKE GEBRUIKSAPPARATEN MOGEN
AANGESLOTEN WORDEN?
Aan de contactdoos (model GT-FSI-04a)
Aan de contactdoos kunnen apparaten met een bedrijfsspanning
(nominaal) van 230 V/50 Hz, 16 A (max. schakelvermogen: 3680 W,
cos
1) aangesloten worden.