11 12
REINIGING EN ONDERHOUD
• Controleer het apparaat regelmatig op mogelijke beschadi-
gingen
• Gebruik voor de reiniging uitsluitend een droge doek. Gebruik
geen oplosmiddel of schuurmiddel.
• Dompel het product niet in water of andere vloeistoffen.
Let op:
Voor de reiniging van een contactdoos moet het apparaat van
de contactdoos worden losgekoppeld en de contactdoos uit het
stopcontact worden gehaald.
AFVOER
Als het apparaat ooit niet meer kan worden gebruikt, dient u het
volgens de voorschriften weg te gooien. Trek de netstekker uit
het stopcontact en snijd het netsnoer door. Breng het apparaat
naar een inzamelcentrum voor elektrisch en elektronisch afval.
Gooi het niet in het huisvuil.
Voer ook de verpakkingsmaterialen af volgens de voorschriften
en in overeenstemming met de milieueisen. Dit zijn grondstoffen
en deze kunnen weer worden hergebruikt.
Informeer bij het plaatselijke bestuur naar de actueel geldende
afvoerbepalingen en de openingstijden van de inzamelplaatsen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem
De contactdozen reageren niet op
de afstandsbediening
Het gebruiksapparaat wordt niet
ingeschakeld
Een andere contactdoos reageert
ten onrechte op de afstands-
bediening.
De contactdozen schakelen
vanzelf uit.
Oplossing
De toewijzingsprocedure herhalen.
De batterijen in de afstands-
bediening vervangen.
a) Ga na of het apparaat via de
eigen schakelaar is
uitgeschakeld.
b) Ga na, of de gloeilamp van het
apparaat wel functioneert.
Genereer een nieuwe systeem-
code met de knop NEW CODE in
het batterijvak van de afstandsbe-
diening. Herhaal de toewijzings-
procedure.
Druk op de knop NEW CODE in
het batterijvak. Start daarna het
leerproces weer op. Herhaal de
toewijzingsprocedure.