MKT 240
6
Enkele kleine reinigingswerk-
zaamheden volstaan om een
storingsvrij bedrijf en een lange
levensduur veilig te stellen.
■
� Gebruik alleen milde en
milieuvriendelijke reinigings-
middelen.
■
Maak regelmatig de ventila-
tiespleten schoon.
■
Maak het apparaat indien
nodig, maar min. eenmaal
per jaar schoon met een
bevochtigde doek en lauw-
warm water.
■
Stel het apparaat niet bloot
aan een directe waterstraal.
Verzorging en onderhoud
Luchtfi lterreiniging
Het luchtfi lter regelmatig, ten
laatste na 100 bedrijfsuren,
reinigen. Bij sterk verontrei-
nigde lucht wordt de interval
evenredig verkort.
1. Apparaat uitschakelen,
netstekker eruit trekken.
2. Filter uit het apparaat trek-
ken (afb. 14).
3. Filter met een stofzuiger of
bij sterke vervuiling voor-
zichtig met lauwwarm water
reinigen (afb. 15/16).
4. Filter laten drogen, daarna
weer erin zetten.
Afb.
14
Luchtfi lter naar boven
uit het apparaat trekken
OPGELET
Schakel het apparaat vóór de
reiniging altijd eerst uit en
trek dan de netstekker eruit!
Laat het apparaat nooit wer-
ken zonder luchtfi lter.
Afb.
15
/16
Luchtfi lter reinigen
Afb.
17
Condensaat afl aten
Condensaat afl aten
� Het gevormde condensaat
verdampt tijdens het bedrijf
en wordt met de uitlaatlucht
via de uitlaatslang naar
buiten geleid.
� Bij extreme luchtvochtigheid
verzamelt het apparaat con-
densaat in een reservoir. Als
het toegelaten niveau wordt
overschreden, dan brandt
de rode storings-LED en het
apparaat schakelt zich uit.
� Het reservoir moet via de
condensaatafvoeropening
leeggemaakt worden (afb.
17).
Afb.
13
Functieprincipe koelen
Functieprincipe koelen
De airconditioning
koelt de ruimtelucht
door er warmte aan
te onttrekken. De
gekoelde lucht wordt
door de ventilator
(circulatielucht) naar
de binnenruimte
geleid. De warmte die
het apparaat aan de
lucht heeft onttrokken,
wordt via de uit-
laatslang naar buiten
geleid.
Ventilator
(uitlaatlucht)
verdamper
condensor
koelcircuit
luchtinlaat (uitlaatlucht)
luchtinlaat (circulatie-
lucht) met luchtfi lter
Luchtvocht wordt on-
trokken aan de lucht en
druppelt als condensaat
van de verdamper op
de hete condensor en
verdampt. Overtollig
condensaat druppelt
van de condensor in een
condensaatval en wordt
door middel van een
schoepenrad opnieuw
naar de condensor ge-
leid, verdampt en wordt
met de uitlaatlucht-
strom afgeleid.
gekoelde circu-
latielucht in de
ruimte
ventilator (circula-
tielucht)
warme uitlaatlucht
buiten