7
Contacteer uw handelaar
of contractant, als het
apparaat niet in werking
kan worden gesteld.
Open nooit de behuizing
van het apparaat.
Voer nooit werkzaamhe-
den uit aan het koelcir-
cuit of aan de elektrische
uitrusting.
Elimineren van storingen
Het apparaat werkt niet, het bedienings-
paneel blijft donker
■
Controleer,
· of de netstekker er correct is ingesto
ken.
· of er geen sprake is van een
stroomuitval.
· of er netspanning beschikbaar is
(zekering).
■
Controleer de netvoedingsleiding op
schade.
Het apparaat werkt niet, de LED-indicatie
tijdvertraging „Timer” knippert
■
� Tijdvertraging „Timer” is geprogram-
meerd, verwijder de timerinstelling.
Het apparaat werkt niet, het display toont
„E1”
■
De ruimtetemperatuur ligt buiten de
bedrijfsgrenzen van 16 tot 35 °C. Wacht
tot de ruimtetemperatuur binnen het
werkbereik ligt (verminder evt. het
invallend zonlicht en sluit ramen en
deuren).
Het apparaat schakelt zich automatisch
uit, de storings-LED knippert en er weer-
klinkt een signaal (reservoir vol)
Om het reservoir leeg te maken gaat u als
volgt te werk:
1. Apparaat uitschakelen, netstekker eruit
trekken.
2. Zet een platte bak onder de conden-
saatafvoeropening en draai de stop los
(afb. 17).
3. Nadat het condensaat is afgelopen, de
stop er weer stevig insteken.
Het apparaat koelt niet goed
■
Controleer de bedrijfsmodus: de LED-
indicatie koelen „Cool” moet branden.
■
Voor een optimale koelcapaciteit moet
u gordijnen en jaloezieën sluiten. Zorg
bovendien voor gesloten ramen en
deuren.
■
Vergewis u ervan,
· dat de uitlaatslang goed is aange
bracht. Deze mag niet geknikt, da-
lend of in een te nauwe bocht ge
legd zijn.
· dat vreemde voorwerpen de lucht
toe- en luchtafvoer niet beïnvloe-
den (minimale vrije ruimtes in acht
nemen),
· dat de luchtgeleidingslamellen vrij
zijn van vuil of vreemde voorwer
pen.
· dat de gewenste temperatuur niet
te hoog is ingesteld (bedrijfsgrenzen
van het apparaat: 16 tot 35 °C).
Het apparaat reageert niet op de
afstandsbediening
�
■
Vergewis u ervan,
· dat de batterijen werken; vervang
ze eventueel.
· dat de batterijen met de polen in
de juiste richting erin zijn geplaatst
(vgl. markering).
· dat er zich tussen afstandsbedie-
ning en apparaat geen voorwerpen
bevinden (reikwijdte ca. 5 m).
Er loopt condenswater uit
�
■
Vergewis u ervan,
· dat het apparaat stevig op een
horizontale ondergrond staat.
· dat de afvoerslang juist is aange-
bracht.
· dat de stop stevig in de condensaat-
afvoeropening zit.
Gevaar