9
Afzuiging
Voor uw eigen gezondheid, en die van uw eventuele medewerkers, is het aangeraden de machine aan te
sluiten aan een afzuigsysteem.
De machine is uitgerust met een afzuigopening van 160 mm doormeter.
De afzuiging moet zo sterk zijn dat er een luchtstroomsnelheid aan de afzuigopening op de machine
gemeten wordt van tenminste 20 m/sec., en de totale luchtverplaatsing moet tenminste 1500 m3/uur
bedragen.
Veiligheidsvoorschriften bij het vlakschaven
1. Controleer of alle schaafmessen goed geplaatst en correct aangespannen zijn.
Wanneer dit niet het geval is, zullen de schaafmessen onvermijdelijk bij het opstarten uit de machine
geslingerd worden, met zeer zware gevolgen voor gebruiker en machine.
2. Plaats altijd de voorziene beschermmiddelen op de machine.
3. De minimale hoogte van een geslepen mes moet tenminste 20 mm bedragen.
4. Draag altijd aangepaste nauwsluitende kleding.
5. Ook bij kortstondig gebruik van de machine is het aanbevolen oor- en oogbescherming te gebruiken,
omdat blootstelling aan lawaai en stof het gehoor en het gezicht kan beschadigen of in elk geval tot
gehoors en of gezichtsvermindering leidt.
Verwisselen en instellen van de
schaafmessen (fig. 4)
Teneinde de schaafas gemakkelijker met de hand te kunnen verdraaien is het aanbevolen de
remontgrendelingsschakelaar (fig.3) op stand “1” te plaatsen.
1. Verwijder de schaafmessen door de spanbouten (1) van de tegenmessen te lossen.
2. Reinig zorgvuldig de schaafmessen, de tegenmessen en de gleuven in de schaafas.
Draag er zorg voor dat de veren in de schaafasgleuf vrij kunnen bewegen en niet vastzitten
3. Plaats de nieuwe schaafmessen met behulp van de bijgeleverde instelmagneten (2) en span zorgvuldig de
spanbouten aan.
4. Controleer nadien nog eens alle bouten of ze daadwerkelijk goed aangespannen zijn.
5. Plaats de remontgrendelingsschakelaar (S5) terug op “0” om de motor te kunnen starten.
Fig. 4
2
1