10
Instellen van de schaaftafels (fig. 5, 6)
Beide schaaftafels zijn in de fabriek afgesteld en vragen géén nastelling.
Bij het ingebruiknemen van de machine, en na het wisselen van de schaafmessen moet de uitgangstafel
perfect afgesteld staan t.o.v. de schaafmessen.
Om dit te vergemakkelijken is er een handig hulpmiddeltje dat u zelf kunt maken : neem een mooi vierkant
geschaafd hardhouten balkje van ongeveer 30 cm lengte en plaats er 10 mm merkstreepjes op en plaats het
op de uitgangsschaaftafel (zie tekening).
Plaats nu het merkstreepje “0” juist gelijk met de snijkant van een schaafmes en draai de schaafas 1 toer.
Wanneer de 4 messen het balkje over 2 à 3 mm verplaatsen hebt u een optimale afstelling van de messen
uitgevoerd.
Indien dit niet het geval is, moet de afstelling van de schaafmessen nagezien en gecorrigeerd worden.
Het instellen van de uitgangstafel op messenhoogte gebeurt na het lossen van de spanbout (1) door middel
van de meegeleverde sleutel en het plaatsen van de bedienhendel in de tafel. (2)
Vergrendel de spanbout na het instellen zorgvuldig.
Fig.5 Fig.6
Vlakschaafgeleiding (fig.7)
1. De vlakschaafgeleiding kan in de breedte verschoven worden na het lossen van hendel (1).
2. Het onderhoekstellen van de schaafgeleiding op elke gewenste hoek tussen 90° en 45° kan gebeuren door
het lossen van hendel (2),en het bedienen van de hendel (3).
De gewenste hoek kan afgelezen worden op de gradenverdeling (4)
3. Na het instellen van de gewenste hoek moet men de klemhendel (2) goed aanspannen.
4. De 45° aanslagbout bevindt zich onderaan de steun, de 90° aanslagbout bovenaan de haafgeleidingssteun.
Fig.7
2
1
3
1
2