102
DE MOTOR STARTEN AFB. 6 –10
Koude start
1 Stel de benzinekraan (4) op de benzinetank (onder-
aan) in om omlaag te openen. (Afb. 6)
2 Zet de chokehendel (8) naar links op “CLOSED”
(GESLOTEN). (Afb. 7)
3 Verplaats de gashendel (11) iets naar links. (Afb. 8)
4 Zet de starterschakelaar (9) op “ON/EIN” (AAN).
(Afb. 9)
5 Trek licht aan de choke (10) tot u weerstand voelt en
laat de choke dan terug naar binnen rollen. (Afb. 10)
6 Trek de starterkabel (10) hard, maar niet schokkerig
uit. De motor start.
7 Zet de gashendel (11) op stationair.
8 Open de choke (8) terwijl de motor opwarmt.
9 Om het gebruik te starten, verplaatst u de gashendel
(11) langzaam en voorzichtig naar links. De machine
begint te werken.
Warme start
1 Stel de benzinekraan (4) op de benzinetank (onder-
aan) in om omlaag te openen.
2 Zet de chokehendel (8) naar rechts op “Open”.
3 Zet de gashendel (11) op stationair.
4 Zet de starterschakelaar (9) op “ON/EIN” (AAN).
5 Trek licht aan de choke (10) tot u weerstand voelt en
laat de choke dan terug naar binnen rollen.
6 Trek de starterkabel (10) hard, maar niet schokkerig
uit. De motor start.
7 Om het gebruik te starten, verplaatst u de gashendel
(11) langzaam en voorzichtig naar links. De machine
begint te werken.
VOORZICHTIG!
Wanneer u de motor start, mag u de choke alleen ope-
nen als de gashendel op stationair staat, anders kan de
stamper niet beginnen met bewegen.
Versnel de trilstamper langzaam vanuit de rustinstelling
naar vol vermogen.
Schakel de motor uit
1 Zet de gashendel (11) naar rechts in de stationaire
stand.
2 Zet de starterschakelaar (9) op “OFF/AUS” (UIT).
3 Zet de brandstofkraan (4) omhoog om deze te sluiten.
4 NB! Het plots uitschakelen van de motor op volle
kracht, kan de motor beschadigen.
Fig. 8
11
Fig. 6
4
Fig. 7
8
Fig. 9
9
Fig. 10
10