104
Gebruik met de trilstamper afb. 11
• Bestuur de trilstamper met beide handen met de
rolstang.
• Wanneer u werkt op hellingen, moet u altijd bergop
gaan.
• De gebruiker mag nooit in de valrichting staan.
• Houd de trilstamper schoon en droog.
Als de stamper omvalt, moet u de motor onmiddellijk uit-
schakelen (zet contactsleutel (9) op “OFF/AUS” (UIT)).
Installeer dan het apparaat opnieuw of leg het op een
zijde zodat de motor omhoog is gericht. (Zie transport-
positie. Afb. 3)
Om schade aan de motor te voorkomen, mag de stamper niet
opnieuw worden ingeschakeld terwijl deze op een zijde ligt.
• Schakel het apparaat ook uit tijdens korte werkon-
derbrekingen.
• Zet de gashendel (11) tijdens het werken helemaal
open om een maximaal vermogen te bereiken.
• Laat de stuurstang in geen geval los tijdens het stam-
pen.
• Laat het apparaat zichzelf naar voren drijven.
• Oefen geen druk uit op het apparaat. Probeer nooit
het apparaat vooruit te drijven op spierkracht.
• De stampvoet moet altijd parallel met de grond wer-
ken om een extreme slijtage van de plaat te voor-
komen.
Opgelet! Gebruik de trilstamper niet op betonnen of harde
of stevig samengedrukte oppervlakken. In dergelijke geval-
len begint het apparaat te kloppen in plaats van te trillen
waardoor schade wordt veroorzaakt aan de stampvoet en
de motor.
Onderhoud
Onderhoudsplan
Houd u aan dit onderhoudsschema voor de machine en
motor!
Meer informatie vindt u in het bijgeleverde motorhand-
boek
Vóór elk gebruik
Controleer de benzinetank en -leidingen op lekken
Controleer de bevestigingsschroeven op de stampvoet,
de luchtfilter, de motorolie, de olie in de stampvoet en
de werking van de bedieningselementen.
Na 25 bedrijfsuren
Vervang de olie in het stampsysteem.
Reinig de koelrasters en controleer de ontstekingsbougies
Na 50 bedrijfsuren
Vervang de motorolie
Na 100 bedrijfsuren
Vervang het luchtfilterelement
Vervang de motorolie
Vervang de ontstekingsbougies
Reinig de bezinkselschaal
Fig. 11
