306 Controleren en bijvullen
Bijvullen van motorkoelvloeistof
●Bescherm steeds uw gezicht, handen en armen tegen hete koelvloeistof
of stoom door een geschikte doek op de dop van het expansiereservoir te
plaatsen.
●Schroef de dop voorzichtig los ⇒ .
●Vul enkel nieuwe koelvloeistof bij die voldoet aan de SEAT-specificatie
(⇒ pagina 304) ⇒ .
●Het koelvloeistofpeil moet binnen de ingeslagen markeringen in het ex-
pansiereservoir liggen ⇒ Afbeelding 173. Overschrijd nooit de bovenste
rand van het gemarkeerde gebied ⇒ .
●Schroef de dop goed vast.
●Indien u in een noodgeval niet beschikt over een koelvloeistof die vol-
doet aan de vereiste specificaties (⇒ pagina 304), mag in geen geval een
andere toevoeging gebruikt worden. Voeg in plaats daarvan enkel gedistil-
leerd water ⇒ toe. Laat daarna zo snel mogelijk de juiste mengverhou-
ding herstellen met de voorgeschreven toevoeging ⇒ pagina 304.
ATTENTIE
Hete stoom of koelvloeistof kan ernstige brandwonden veroorzaken.
●Open nooit de motorkap indien u stoom of koelvloeistof uit de motor-
ruimte ziet of hoort komen. Wacht tot niet langer stoom of koelvloeistof
zichtbaar of hoorbaar is.
●Wacht steeds tot de motor volledig afgekoeld is alvorens u de motor-
kap voorzichtig opent. Het contact met warme onderdelen kan brandwon-
den van de huid veroorzaken.
ATTENTIE (vervolg)
●Na het afkoelen van de motor moet u het volgende in acht nemen al-
vorens u de motorkap opent:
–Schakel de elektronische parkeerrem in en plaats de keuzehendel
in de stand P, of de versnellingshendel in neutrale stand.
–Trek de sleutel uit het contact.
–Houd kinderen steeds verwijderd van de motorruimte en laat ze
nooit alleen achter.
●Bij warme of hete motor staat het koelsysteem onder druk. De vuldop
van het koelvloeistofexpansiereservoir niet openen zolang de motor
warm is. Anders kan de koelvloeistof met hoge druk vrijkomen en brand-
wonden en ernstig letsel veroorzaken.
–Draai de dop langzaam en zeer voorzichtig linksom los, terwijl u
deze lichtjes naar onderen drukt.
–Bescherm daarbij steeds uw gezicht, handen en armen tegen hete
koelvloeistof of stoom met een grote en dikke doek.
●Wanneer u vloeistoffen bijvult, dient u te vermijden dat ze gemorst
worden op onderdelen van de motor of het uitlaatsysteem. Gemorste
vloeistoffen kunnen brand veroorzaken. In bepaalde omstandigheden
kan de ethyleenglycol van de koelvloeistof ontsteken.
VOORZICHTIG
●Vul enkel gedistilleerd water bij. Elk ander type water kan aanzienlijke
corrosie veroorzaken in de motor wegens zijn chemische bestanddelen. Dit
kan leiden tot motordefect. Indien geen gedistilleerd water toegevoegd is
maar een ander type water, moet een gespecialiseerde werkplaats onmid-
dellijk de vloeistof van het motorkoelsysteem vervangen.
●Voeg enkel koelvloeistof bij tot aan de bovenste rand van het gemar-
keerde gebied ⇒ Afbeelding 173. Een teveel aan koelvloeistof wordt anders
bij warm worden van de motor uit het koelsysteem geperst, met schade tot
gevolg.