257Controleren en bijvullen
Accu laden
Een geladen accu is een voorwaarde voor goed starten.
–Waarschuwingsaanwijzingen lezen ⇒ in Waarschuwingsaan-
wijzingen voor accu's op pagina 256 en ⇒ .
–Contact en alle stroomverbruikers uitschakelen.
–Alleen bij het "snelladen": beide aansluitkabels losmaken
(eerst de "min", daarna de "plus").
–Pooltangen van de acculader volgens de voorschriften op de ac-
cupolen aansluiten (rood = "plus", zwart of bruin = "min").
–Nu de steker van de voedingskabel van de acculader in het
stopcontact steken en het apparaat inschakelen.
–Na het laden: acculader uitschakelen en de steker van de voe-
dingskabel uit het stopcontact trekken.
–Nu eerst de pooltangen van de accu losmaken.
–Zo nodig de aansluitkabels weer op de accu aansluiten (eerst
de "plus", daarna de "min").
Als de accu met geringe stroomsterkte wordt geladen (bijv. met een kleine
lader), hoeven de aansluitkabels in de meeste gevallen niet van de accu te
worden losgemaakt. Voordat met hoge stroomsterkte wordt geladen, het
zogenaamde "snelladen", moeten echter beide aansluitkabels worden los-
gemaakt. In elk geval de aanwijzingen van de fabrikant van de lader opvol-
gen.
Het proces voor het snel laden van een accu is gevaarlijk ⇒ in Waarschu-
wingsaanwijzingen voor accu's op pagina 256 aangezien hiervoor een spe-
ciale lader en het overeenstemmende kennisniveau vereist is. Wij adviseren
derhalve om uw accu alleen door een gespecialiseerde werkplaats te laten
snelladen.
Een ontladen accu kan bevriezen bij temperaturen rond de 0 °C. De accu
moet beslist ontdooid zijn voor dat het laden gestart wordt ⇒ . Het ver-
dient echter aanbeveling de ontdooide accu niet verder te gebruiken, omdat
het accuhuis door de ijsvorming kan zijn gescheurd en er daardoor accu-
vloeistof uit kan vloeien.
Tijdens het laden de vuldoppen van de accu niet openen.
ATTENTIE
Een bevroren accu nooit laden. Anders bestaat er gevaar voor explosie!
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens