20 Veiligheidsgordels
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel*
Door het gaan branden van het controlelampje wordt de be-
stuurder eraan herinnerd de veiligheidsgordel vast te ges-
pen.
Voordat u gaat rijden:
–Steeds de veiligheidsgordel juist omgespen.
–Uw bijrijders er ook op wijzen de veiligheidsgordel juist om te
gespen voordat u gaat rijden.
–Kinderen vervoeren in een geschikt kinderzitje dat in overeen-
stemming is met de grootte en de leeftijd van het kind.
Het controlelampje in het instrumentenpaneel brandt1) als de bestuurder
of de bijrijder1) bij het inschakelen van het contact de veiligheidsgordel niet
heeft vastgegespt. Bovendien is bij het overschrijden van 25 km/u een
akoestisch signaal hoorbaar1). Dit signaal wordt uitgeschakeld bij het vast-
gespen van de veiligheidsgordel.
Het controlelampje* in het instrumentenpaneel gaat pas uit als de be-
stuurder de veiligheidsgordel bij ingeschakeld contact vastgespt.
1) Afhankelijk van de uitvoering van het model